|
|
|
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op.
Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
|
|
|
|
|
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine! |
|
Het Latin Emagazine is helemaal gratis! |
|
Maximaal 1 bericht per maand |
|
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox |
|
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven |
|
|
|
|
|
Interview met: Alberto de Hond (Ned) - deel 2
In de reeks van "Interview met" heeft het
Salsa Info team bestaande uit
Otto & Kati van Helden (Lago Latino),
André Lambeck & Caroline Bergwerf
(Latin Emagazine) diverse nationale en internationale artiesten geinterviewd. (2004 t/m 2006)
Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview
is gedateerd. |
|
Datum: 1 december 2006 |
Waar: Amsterdam |
Interview: Otto van Helden
|
Redactie: Caroline Bergwerf |
Fotografie:
Kati van Helden & Alberto de Hond
|
Rubriek: Latin interviews |
|
|
Het prille begin
Een van de eerste Zuid-Amerikaanse dansen op het Europees continent was de Braziliaanse maxixe, een voorloper van de samba. De dans deed kort na de vorige eeuwwisseling zijn intrede in Parijs. De maxixe werd meer als show dan als gezelschapsdans beschouwd.
Na de maxixe kwam de Argentijnse tango die zich wel degelijk tot gezelschapsdans ontwikkelde. De tango werd op zijn beurt opgevolgd door de samba, een dans die omstreeks 1921 Parijs veroverde. Deze Braziliaanse dans kreeg in de jaren dertig concurrentie van biguine uit Martinique en de son uit Cuba. Buiten Cuba werd die sonmuziek overigens aangeduid met "rhumba". |
|
Er bestaat dan ook de nodige spraakverwarring over de échte Cubaanse rumbamuziek en dat wat buiten Cuba met "rumba" werd aangeduid. Als gevolg van het populair worden van deze muziek, maakten begin jaren dertig de eerste Cubaanse artiesten de oversteek naar het oude continent.
Als grote havensteden kenden zowel Amsterdam als Rotterdam in de jaren dertig een internationaal georiënteerd uitgaansleven. Ze volgden de trends in de rest van Europa. Zo was Nederland opgenomen in het tourschema waarmee Don Azpiazu in 1931 zijn succes met "El Manisero" in de VS ook in Europa wou verzilveren. In het Rotterdamse stond dat jaar bij Dirk Reese twee maanden achtereen het Gran Marimba Atlacatl uit El Salvador geprogrammeerd. September 1935, ook in Rotterdam, maakte het Argentijnse tango-orkest van Eduardo Bianco zijn Nederlandse debuut in het bekende Pschorr. Het dansgrage publiek werd vermaakt met tango's, rumba's en paso dobles. Oktober 1937 werd er in het Rotterdamse Negro Palace Mephisto een Cubaanse week georganiseerd.
Een handvol artiesten met Cubaans aandoende namen als José Baretto en Lolita Mojica moesten het thema muzikaal gestalte geven. Maar hoe Cubaans deze namen ook klonken, het waren slechts pseudoniemen. Het ging hier om het Surinaamse echtpaar Max Woiski en Alma Braaf dat zich een jaar daarvoor in Nederland had gevestigd. Samen met nog enkele andere Surinaamse artiesten waren zij jaren achtereen smaakmaker met Caribisch getinte muziek. In 1939 gaven de legendarische Lecuona Cuban Boys in Den Haag hun laatste vooroorlogse concerten in Europa.
In de oorlogstijd begon Max Woiski samen met pianist Freddy Johnson een zaak aan de Amstelstraat. Het scherpe toezicht op de zuiverheid van cultuuruitingen maakte dat Max zijn gasten daar moest trakteren op een mengelmoes van eigen composities en verhollandste Amerikaanse liedjes.Op 1 mei 1942 opende hij in de Leidsestraat 52 "La Cubana". Het centrale thema van dit café zal duidelijk zijn. Tegen het einde van de oorlog speelden er allerlei problemen, maar na de oorlog kon Max Woiski zijn club heropenen. Als bij alle clubs in die tijd was er een eigen huisorkest. Zonder het toezicht van een cultuurkamer kon Max Woiski nu vrijelijk het repertoire bepalen. Het moest natuurlijk latin worden. De club werd een bekende ontmoetingsplaats voor jazz- en latinmuzikanten.
Elders in de stad, in de rosse buurt op de Zeedijk nummer 26, groeide het kort na de oorlog geopende Casablanca binnen de kortste keren uit tot een bekende uitgaansgelegenheid. Het was de muzikale omlijsting het 'm deed. Het huisorkest bracht een mengeling van jazz, Surinaams en Caribisch.
Het draaide daarbij vooral om de inbreng van de Surinaamse saxofonist Arthur Parisius, beter bekend als Kid Dynamite, en trompettist Theodorus Gustaaf Kantoor, oftewel Teddy Cotton. Gewoonlijk stond Teddy Cotton kaarsrecht zijn partijen te blazen. Tijdens solo's kon hij in vervoering raken. Op zulke momenten ging hij al blazend ritmisch door zijn knieën buigen. Voor omstanders was dat een wonderlijk schouwspel. Tussen de vrolijke drukte in deze club bevond zich een Amsterdamse jongeman met een fascinatie voor ritme en percussie.
Hij nam alles in zich op, bestudeerde de instrumenten en de technieken, knoopte praatjes aan en zou uiteindelijk met een aantal van deze muzikanten optrekken. |
|
|
|
1979: Amsterdam, Roetersstraat 18;
Tito Puente en Carlos "Patato" Valdez in de snoepwinkel |
|
|
1982: Suriname (skratjie dron) Jopie Vries draagt heden deze pook over aan Alberto de Hond alias Jopie Vrieze |
|
|
1930: New York, Don Azpiazu's Manisero op 78 toeren` |
|
|
|
Copyright: De inhoud van deze pagina, de daarin opgenomen gegevens, afbeeldingen, geluiden, teksten en combinaties daarvan en de programmatuur zijn beschermd door auteurs- en databankrechten. Deze rechten berusten bij Salsa Info/Latin EMagazine. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin EMagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|