|
|
|
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op.
Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
|
|
|
|
|
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine! |
|
Het Latin Emagazine is helemaal gratis! |
|
Maximaal 1 bericht per maand |
|
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox |
|
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven |
|
|
|
|
|
Interview met: Alberto de Hond (Ned) - deel 3
In de reeks van "Interview met" heeft het
Salsa Info team bestaande uit
Otto & Kati van Helden (Lago Latino),
André Lambeck & Caroline Bergwerf
(Latin Emagazine) diverse nationale en internationale artiesten geinterviewd. (2004 t/m 2006)
Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview
is gedateerd. |
|
Datum: 1 december 2006 |
Waar: Amsterdam |
Interview: Otto van Helden
|
Redactie: Caroline Bergwerf |
Fotografie:
Kati van Helden & Alberto de Hond
|
Rubriek: Latin interviews |
|
|
De jeugdjaren
Deze Amsterdamse jongeman was Appie de Hond (1934). Zijn tienerjaren waren als een spannend jongensboek. Van Joodse afkomst zijnde, moest hij in de oorlogsjaren onderduiken. Het gezin vond plek op de zolder van restaurant De Silveren Spiegel aan het Kattegat. Een op het eerste gezicht een niet erg voor de hand liggend schuiladres. Het café was namelijk al snel na de bezetting in trek bij Duitse militairen geraakt. Maar, zo was de redenatie, zolang zij daar beneden aan het drinken waren, zochten zij boven niet naar onderduikers. Dat veranderde toen zij door een buurman werden getipt. Tot zes keer toe werd het pand van boven tot onder overhoop gehaald. Maar het vernuftige door Appie's vader tussen balken, achter trappen en onder vloeren gebouwde stelsel van schuilnissen met camouflagepanelen deed zijn werk. De speurende Duitsers werden misleid en het gezin overleefde de onderduik. Als onderduiker zal Appie zich rustig hebben moeten houden. Deze schade haalde hij daarna ruimschoots in. Op de MULO, de middelbare school, was hij voortdurend bezig met muziek. |
|
Al snel was hij te vinden in het schoolorkest. Zijn voorkeur ging uit naar ritmische muziek. Het enige dat in die jaren enigszins aan dit criterium voldeed, was countrymuziek. Maar dat kreeg een wending toen hij "Orange colored sky" in handen kreeg. Een plaat van Nat "King" Cole die werd begeleid door de big band van Stan Kenton. Op de achterkant van deze 78-toerenplaat stond "Yam-Bo" 1), een instrumentaal nummer met een latin ritme. Maar dat was niet wat Appie trof. Het was de bigbandmuziek van Stan Kenton die insloeg als een bom. Hij ging platen kopen en werd lid van de Stan Kenton fanclub. Deze club kwam elke zondagmiddag bijeen in de dansschool van Wim van Beek aan de Van Wouwstraat. Naast het uitwisselen van nieuwtjes en foto's, werd er ook gespeeld. Als het even kon, drumde Appie mee.
Ook de buren mochten van Appie's muzikale ontdekkingen meegenieten. Niet alleen als hij op zolder zat te drummen, maar ook wanneer hij ging platendraaien. In zijn enthousiasme dacht hij namelijk dat iedereen het wel mooi zou vinden. Op die momenten plaatste hij zijn luidspreker in de dakgoot en draaide de versterker helemaal open. Het was toen duidelijk een andere maatschappij. Iedereen liet hem zijn gang gaan en er werd van al die herrie niet veel gezegd.
Toch moet er één buur zijn geweest die weinig met Stan Kenton moet hebben opgehad. Alberto herinnert zich nog levendig dat hij op een keer zijn luidspreker een vreemd tikkend geluid hoorde maken. Na wat onderzoek bleek het 't geluid te zijn van inslaande kogeltjes. Iemand stond er met een luchtbuks op te schieten…
In 1952 kon Appie de schoolbanken definitief verlaten. Als alle jongeren op zijn leeftijd wilde hij de wereld verkennen. Hij tekende voor de Grote Vaart. De eerst reis voerde hem met een schip vol emigranten naar Australië. De tweede reis had Zuid-Amerika als bestemming. De route liep langs de Nederlandse Antillen en Panama, maar veel heeft hij er niet van gezien. Met amper een uur per aanlegplaats, was het onmogelijk de wal te verkennen, laat staan dat hij iets van de muziek kon oppikken. Zijn derde reis maakte hij met een zogenoemd Liberty ship. Het schip raakte midden op de oceaan verzeild in de aanloop van de fatale storm die in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 de Nederlandse kust zou teisteren. Ook het schip bleek niet bestand tegen dit natuurgeweld. De golven solden ermee als ware het een nietig notendopje. De romp kwam onder spanning te staan en even later knapte het dek met een enorme knal letterlijk in tweeën. Achteruitvarend wist het gehavende schip ternauwernood Halifax te bereiken. Voor Alberto was dit alles net iets teveel avontuur. Weer heelhuids terug in Amsterdam zocht hij werk op de wal. Het werd een baantje als reparateur bij Radio Mawi in de Zandstraat, een winkel in elektronica van Stijn Prenger. Door de Amsterdamse typetjes om hem heen beleefde hij er machtig veel plezier. Daarna werkte hij in andere winkels en studeerde voor zijn vakdiploma's. Maar hoe leuk ook, Alberto wilde niet altijd in loondienst blijven werken. In 1960 begon hij een eigen zaak in elektronica in een hoekpand aan de Roetersstraat. Trots fotografeerde hij zijn eerste etalages. De linker ingericht door Erres, de rechter door concurrent Philips.
Het nachtleven in
Al tijdens zijn studie, maar nu ook in zijn werkzaam leven was Alberto er de man niet naar om na gedane arbeid 's avonds met pantoffeltjes aan een boek te lezen of te mens-erger-je-nieten. Hij was een avondmens. In zijn honger naar muziek dook hij het Amsterdamse uitgaansleven in. Tot diep in de nacht schuimde hij de bars en dancings af. Zo was hij te vinden in de Hollywood in de Leidsestraat. Een dancing waar in de periode 1950-1952 op één en dezelfde avond het combo van Wessel Ilcken, de Ramblers en ook nog eens de Skymasters geprogrammeerd konden staan. Iets verderop in de Leidsestraat, vlakbij het Leidseplein, was De Vliegende Hollander. Daar speelde in die dagen Pia Beck. Daarna ontdekte Alberto in de Wagenstraat de Sheherazade. Daar stond vanaf 1954 "Rita Reys and the Wessel Ilcken Combo" geprogrammeerd. Alberto was natuurlijk van de partij. Als het even kon, zat hij de hele avond naast Wessel. Kijken en leren. Het gebeurde wel eens dat Wessel door omstandigheden pas tegen een uur of elf klaar was om te spelen. Het combo zat dan tot zijn komst zonder drummer.
Omdat Alberto daar iedere avond zat, werd hij gevraagd of hij kon invallen. "Nou, met plezier natuurlijk", aldus een nog steeds glunderende Alberto. "Dus ik speelde dan van acht tot elf en kreeg als beloning van de baas, dat was meneer Vorhauer, een Coca Cola. Ja… Dat was niet gering hoor."
De stapavonden van Alberto werden steevast afgesloten in Casablanca op de Zeedijk. Sinds eind jaren veertig was deze dancing de vaste uitvalsbasis van de Surinaamse Kid Dynamite en zijn orkest. Dit was de plaats waar Alberto voor het eerst indringend werd geconfronteerd met Zuid-Amerikaanse muziek. Net als bij Wessel Ilcken legde hij het aan met drummer Lou Holtuin. Na lang bietsen en bedelen mocht hij een keer in de plaats van Lou een stukje meespelen. Het pakte echter anders uit dan Alberto had verwacht. Kid gaf hem deze kans om eens wat anders te horen. Maar Alberto had dit niet in de gaten en dacht op zijn beurt dat hij precies moest doen wat Lou altijd deed. Hier zat Kid Dynamite niet bepaald op wachten en een herhaling zat er niet in. Toch liet Alberto zich hier niet door ontmoedigen en bleef komen. Daarnaast ging hij één keer per week naar de Boeren Hofstede te Laren. Daar trad in die periode regelmatig Teddy Cotton op die hij nog kende van Casablanca. Door veel tijdgenoten wordt deze Teddy Cotton getypeerd als een personage met veel bravoure en die vooral Louis Armstrong imiteerde. De Hollandse schoonouders van Teddy Cotton waren de uitbaters van café De Bezem aan de Nieuwmarkt. In de jaren '50 werd de zaak door Teddy en zijn vrouw overgenomen en doopten de uitgaansgelegenheid toepasslijk om in "Cotton Club". Ook dit café verwierf binnen de kortste keren faam als ontmoetingsplaats voor zwarte (jazz)musici. Bij Alberto zijn het vooral de eigenaardige wijze waarop Teddy Cotton zijn solo’s speelde en diens spontane humor die hem zijn bijgebleven.
Eind jaren vijftig, het moet volgens hem omstreeks 1958 zijn geweest, bleek op een dag Kid Dynamite met zijn orkest naar Hamburg te zijn vertrokken. Alberto die als altijd naar Casablanca ging, trof tot zijn verrassing een ander orkest. Een orkest zonder drumstel maar met een voor hem onbekend instrument. Het bestond uit een statief met daaraan twee metalen keteltjes links en rechts, de één net een maat groter dan de ander. Zoiets had hij nog nooit gezien. De man die het instrument bespeelde was zo mager als een lat. Alberto vond het bijna griezelig om te zien.
Dit optreden werd Alberto's eerste kennismaking met timbales en Steve Boston. Van dat instrument moest hij het zijne weten, en hij papte aan met de bonenstaak. |
|
|
|
1935: Nederland, Eduardo Bianco's bezoek liet sporen na |
|
|
1939: Nederland, ook de Lecuona Cuban Boys lieten sporen na". |
|
|
1960: Amsterdam, Roetersstraat 18a |
|
|
195?: Amsterdam: AMVJ (?) Alberto's eerste eigen drumstel (en geleende hihat van Johnny Hengels) met Theo Loevendie altsax, Henk van Es, baritonsax en Piet Voortalle, trompet." |
|
|
|
Copyright: De inhoud van deze pagina, de daarin opgenomen gegevens, afbeeldingen, geluiden, teksten en combinaties daarvan en de programmatuur zijn beschermd door auteurs- en databankrechten. Deze rechten berusten bij Salsa Info/Latin EMagazine. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin EMagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|