|
|
|
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op.
Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
|
|
|
|
|
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine! |
|
Het Latin Emagazine is helemaal gratis! |
|
Maximaal 1 bericht per maand |
|
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox |
|
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven |
|
|
|
|
|
Interview met: Ilvio Pieterz (Ned/Antillen) - deel 1
In de reeks van "Interview met" heeft het
Salsa Info team bestaande uit
Otto & Kati van Helden (Lago Latino),
André Lambeck & Caroline Bergwerf
(Latin Emagazine) diverse nationale en internationale artiesten geinterviewd. (2004 t/m 2006)
Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview
is gedateerd. |
|
Datum: 11 mei 2006 |
Waar: Leiden |
Interview: Otto van Helden
|
Redactie: Caroline Bergwerf |
Fotografie: Kati van Helden
|
Rubriek: Latin interviews |
|
|
"De lange weg naar erkenning"
Vijf augustus 2006 vond in Dansschool Wesseling te Delft een opmerkelijk concert plaats. Een vijftal Antilliaanse orkesten bracht een gezamenlijk eerbetoon aan twee artiesten van eigen bodem. Daarmee wilden zij de verdiensten van pianist Ilvio Pietersz en trompettist Bobby Allee onder de aandacht van een breed publiek brengen. Het werd tijd. Want wie Ilvio op het podium in actie ziet, zou hem zijn leeftijd niet geven. Maar weet dat hij in een leeftijdscategorie valt waar bij de Cubanen het etiket "Krasse Knar" op wordt geplakt. Ilvio heeft daar niets mee. De muziek houdt hem jong. Salsa laat hij klinken als niemand anders. Als salsapianist gaat zijn hart uit naar muziek van Bobby Cruz en Richie Ray en van Papo Lucca met zijn Sonora Ponceña. Maar ook klassieke muziek kan hem bekoren en mag graag luisteren naar Bach, Haydn, Mozart en Rubinstein. Dr. en Mrs. Salsa maakten hem het niet geringe compliment dat hij als weinig anderen in staat is hen een echt New Yorks gevoel te geven.
Wie bij Ilvio thuis komt, wordt geconfronteerd met een pontificaal opgehangen Getuigschrift Hoger Beroepsonderwijs van het Rotterdams Conservatorium. Dat getuigschrift verklaart dat Ilvio daar in 1990 een opleiding compositie en arrangeren met goed gevolg heeft afgerond. Nu zal in niet veel Nederlandse huiskamers een getuigschrift aan de muur hangen. Maar als ergens in een huiskamer een dergelijke oorkonde op zijn plaats is, dan is het wel daar. De ene helft van Ilvio's leven stond in het teken om het te krijgen. De andere helft in het teken van wat hij ermee heeft gedaan. Zijn levensverhaal loopt daarmee parallel aan pakweg 70 jaar Antilliaanse muziekgeschiedenis. |
|
Alle begin is moeilijk
Ilvio Pietersz werd in 1938 in Curaçao geboren. Niets wees er op dat hij in de muziek terecht zou komen. Hij volgde de lagere school en daarna nog een paar jaar ambachtschool. Voor kinderen uit zijn milieu waren er in die tijd niet veel opleidingsmogelijkheden. Toen de jongen oud genoeg was, moest hij gaan werken. Ilvio werd magazijnbediende in een levensmiddelenbedrijf. Als alle jongeren luisterde hij thuis en bij zijn vrienden naar de populaire muziek van toen. Favoriet radiostation in die tijd was het Cubaanse Radio Progreso. Dit station verspreide de muziek van Sonora Matancera, Chappottín y sus Estrellas, Conjunto Casino, Conjunto Modelo, het Conjunto van Roberto Faz, Bebo Valdés met zijn Orquesta Sabor de Cuba en natuurlijk ook het orkest van Senén Suárez. New York stijl mambo's waren er amper op te horen. Op zijn best werd er af en toe een plaat gedraaid van Perez Prado. Vanwege hun populariteit deden de meeste van deze Cubaanse orkesten bij hun Zuidamerikaanse tournees ook Curaçao aan. Zo werd het eiland bijvoorbeeld in februari 1956 en later nog eens in 1960 bezocht door Sonora Matancera. Ilvio behoorde tot het publiek dat gretig kaartjes kocht om al deze helden van de radio een keer in het echt te mogen meemaken. Hun muziek bleef in Ilvio's hoofd nagalmen. Dat het daar een vruchtbare voedingsbodem vond, bleek eerst rond Ilvio's 18e levensjaar. Een oom van moeders kant, Lucien Conrad, speelde tres en trompet in het Conjunto Modelo.
Als zo veel Curaçaose orkesten in die tijd, was dit conjunto niet alleen qua naam, maar ook qua opzet en repertoire een getrouwe kopie van het Cubaanse voorbeeld. Na deze oom tijdens het repeteren aandachtig te hebben geobserveerd, wilde Ilvio het ook proberen. De tres althans. Er was geen geld, maar geen nood. Van wat hout, triplex, karton en bakolie knutselde hij eigenhandig een tres in elkaar. De snaren waren gestripte telefoondraden en de spanners waren weggegooide openers van levensmiddelenblikjes. Zijn inspiratie was Lino Frias, de pianist van Sonora Matancera. Wat deze man op piano speelde, wilde Ilvio op de tres na kunnen doen.
Hij ontwikkelde daarvoor een eigen vingertechniek. Pas na een paar jaar had hij geld om een echte gitaar te kopen. Deze werd prompt omgebouwd tot een Cubaanse tres. Daarmee had hij een instrument waarmee hij in orkesten kon spelen. Het eerste dat met hem in zee wilde gaan, was Alas del Casino. Een conjunto met een repertoire naar de bekende Cubaanse voorbeelden.
Overstap
Toch waren de dagen van de tres geteld. Ilvio had de smaak te pakken en ging elke donderdagavond naar Radio Curom om naar de conjunto’s te luisteren die daar optraden tijdens de wekelijkse Show del Jueves. Zijn vaste plek was vlak achter de piano. Bijgevolg begon hij zich steeds meer voor dat instrument te interesseren. Maar een eigen piano was ondenkbaar. Het was veel te duur. Om zelfde reden had ook niemand in zijn omgeving er één. Dat veranderde toen hij van baan wisselde en op de luchthaven van Curaçao voor de KLM ging werken. Zijn vader werkte ook voor de KLM en kende op de luchthaven een douanebeambte wiens zoon piano speelde. Ilvio papte met deze zoon aan en binnen de kortste keren gingen beide heren na het werk samen muziek maken. Eigenlijk was het de bedoeling dat Ilvio vliegtuigmonteur zou worden. Zijn vader betaalde de ene cursus na de andere. Maar vliegtuigtechniek was Ilvio niet gegeven. Wellicht dat er teveel deuntjes door zijn hoofd dwarrelden. Zijn vader nam het sportief op. In plaats van de jongen te straffen voor het verzaken van zijn studie, vervulde hij Ilvio's grootste wens. Hij kocht voor hem een oude tweedehands piano die afkomstig was van club De West. Ilvio was toen 23 jaar oud. Vervolgens nam Ilvio lessen bij dezelfde pianoleraar als waarvan zijn vriend lessen kreeg. Deze leraar, Kenneth Libert genaamd, woonde op Aruba en kwam om de zoveel maanden naar Curaçao.
Hij gaf niet alleen les, maar stemde en repareerde ook de piano's van zijn klanten. Voor hem was het geen moeite de oude piano voor Ilvio op te knappen en hij liet lesboeken achter waarin zijn nieuwe leerling zich maar moest verdiepen. Daarna kreeg Ilvio, telkens wanneer zijn leraar het eiland aandeed, drie jaar lang steeds weer nieuw lesmateriaal. Deze begeleide zelfstudie was natuurlijk alleen mogelijk doordat Ilvio noten had leren lezen. Anders dan met de vliegtuigtechniek, bleek Ilvio hier wel een snelle leerling. Hij had niet veel tijd nodig om zich door het cursusmateriaal heen te worstelen. Ondertussen deed het woord de ronde dat Ilvio piano kon spelen. Hij woonde bij zijn ouders in Seru Grandi, een gehucht op pakweg 30 kilometer afstand van de grote stad. Op een goede dag kwam een man uit Willemstad die naar Ilvio vroeg. Deze man was Lou Estacia, leider van het orkest "El Mundo Nobo". Hij had een pianist nodig en hoorde dat Ilvio beschikbaar was.
Beleefdheidshalve spartelde Ilvio even tegen met het argument dat hij nog een beginneling was. Maar al snel liet hij zich met een natte vinger lijmen. Onder het motto "al doende leert men" ging hij aan de slag bij dit orkest dat maar liefst vier saxen en drie trompetten telde.
Andere kwaliteiten
In die tijd werden de meeste arrangementen kant en klaar in Cuba en Mexico gekocht. Zo speelde Lou met zijn orkest vooral Cubaanse bladmuziek die door Peer International werd verspreid. Lou had zo zijn eigen wegen om aan dit materiaal te komen. Het materiaal dat hij gebruikte kwam veelal uit Mexico. Maar de enkele zelfgeschreven arrangementen gaven veel gehannes. Hier openbaarden zich voor het eerst de kwaliteiten die Ilvio heeft als arrangeur. Zomaar op het gevoel, kon hij precies analyseren wat er in de blaaspartijen wel en niet goed liep en hoe die arrangementen moesten worden aangepast. Zijn suggesties werden door de anderen overgenomen. Ilvio rook handel. Nu kreeg hij alleen betaald voor zijn pianospel. Maar wanneer hij kon arrangeren, dan zou hij ook daar geld voor kunnen beuren. Van vage gedachten kreeg het idee over zelf arrangeren vaste vorm, toen hij met nog wat andere leden van "El Mundo Nobo" het orkest "Perlas del Caribe" oprichtte. Terugkijkend op de gebeurtenissen van toen, was het een scheiding van generaties. De ouderen bepaalden wat er gebeurde. De jongeren waren het daar niet mee eens en wilden een nieuwe richting inslaan. Zij rebelleerden. Het was Carol Cardoze, één van de trompettisten van Perlas, die had opgemerkt dat Ilvio alsmaar de arrangementen aan het corrigeren was. "Laat hem het dan maar zelf in één keer goed doen" of iets van deze strekking deze moet Carol hebben gedacht. Hulpvaardig bood hij Ilvio aan hem de grondbeginselen van het arrangeren bij te brengen. Dat liet Ilvio zich geen twee keer zeggen. Hij zocht Carol op en ging aan de slag. Gewoon met pen, gum en papier en dan een plaat die werd opgezet. Al snel had hij de slag te pakken en hunkerde naar meer.
Het was toen dat hij voor ogen kreeg om ooit in zijn leven muziek aan een conservatorium te gaan studeren. Maar het formuleren van deze wens hield in dat hij zich in het buitenland zou moeten vestigen. Simpelweg omdat er op Aruba en Curaçao op dat moment geen conservatorium of muziekschool bestond. Ilvio's leven nam een wending.
Veranderingen
Ondertussen veranderde ook de wereld. Cuba kreeg een nieuw regiem. Miami groeide uit tot het toevluchtsoord van Cubaanse vluchtelingen. Deze kregen grote invloed op het "anti Castro-beleid" en wisten vrijwel elke vorm van culturele uitwisseling onmogelijk te maken. De Westerse muziekindustrie kreeg te maken met de opkomst van popsterren en het succes van The Beatles en The Rolling Stones. De Mambo en de muziek van de Cubaanse conjunto's raakten volledig uit de gratie. In muzikaal opzicht begon het Caribisch gebied zich te oriënteren op deze ontwikkelingen in New York. Daar kwamen, als tegenhangers van de popbandjes, kleinere orkesten op, die het publiek probeerden te vangen met nieuwe dansrages zoals de pachanga. Op Curaçao werd het bestand aan conjunto’s uitgedund ten faveure van popbandjes in Beatlesstijl. Orkesten die wilden vasthouden aan een latin repertoire moesten het over een andere boeg gooien. Hoewel een groot aantal van deze veranderingen zich na de revolte binnen El Mundo Nobo hebben afgespeeld, was vanuit dit perspectief bezien de vorming van Perlas del Caribe niet meer dan een teken des tijds. Illustratief voor het losweken van Cuba en het richten van het vizier op New York is dat Ilvio muziek van Tito Rodríguez en het Gran Combo de Puerto Rico moest arrangeren. Na deze periode met vooral charanga's en pachanga's kwam in New York uit het niets de boogaloo bovendrijven. Muziek die bij uitstek de tweeslachtigheid ademde van een in New York opgroeiende generatie Puertoricanen die met één been in de latin en de andere in de westerse wereld stond. Het was een explosief mengsel van latin, soul en andere populaire muziek. Als voorbode van de latere salsa verspreide ook deze muziek zich over de verschillende Caribische eilanden. Curaçao werd niet overgeslagen. Voor Ilvio betekende dit dat hij nummers van onder andere Joe Cuba onder handen moest nemen.
Arubaans avontuur
Door de jaren heen had Ilvio met tal van muzikanten gewerkt en een aardig netwerk aan contacten in de business opgebouwd. Eén van die contacten was Hector Hasham, een trompettist die ooit bij Estrellas del Caribe had geblazen. Deze was naar Aruba gegaan en had daar een eigen orkest opgericht: "Hasham and the Supremes". Vaste zangeres van deze formatie was de indertijd redelijk bekende Nilda Franka. Deze Hector Hasham had voor zijn orkest een pianist nodig. Voor hem was Ilvio precies de man die hij nodig had. Hij zocht contact en probeerde Ilvio over te halen om in zijn orkest te komen spelen. Ilvio had daar wel oren naar, pakte zijn boeltje en maakte in 1966 de overtocht naar Aruba. Het werk met het orkest was op dat moment niet voldoende om in zijn levensonderhoud te voorzien. Voor overdag nam hij daarom een baan als chauffeur bij de Aruba Trading Company. Daarnaast verrichtte hij voor dit bedrijf nog allerlei handwerk. Niet lang daarna slaagde het orkest erin Holiday Inn voor hun muziek te interesseren. Ze werden gecontracteerd als vaste entertainers en daarmee kon Ilvio zich voor het eerst beroepsmuzikant noemen. Het vergde in muzikaal opzicht wel een hele ommezwaai. Van dansmuziek met een groot orkest moest hij nu opeens met een kleine bezetting Amerikaanse evergreens spelen en andere loungemuziek. Hij liet zich daarvoor bijspijkeren door Armando, een Argentijnse pianist die ook op het eiland werkte.
Ondertussen had Ilvio zijn weg binnen de Arubaanse muziekscène gevonden. De tijden waarop hij bij Holiday Inn moest spelen, lieten het toe dat, wanneer zijn dienst er op zat, hij 's avonds het nachtleven kon induiken en spelen met orkesten als dat van Casin Giel. Na verloop van tijd liet hij zijn werk bij Holiday Inn voor wat het was en stapte over naar het Bali Bar Quartet dat zijn vaste stek had in het Caribe Hotel.
Het land van de onbeperkte mogelijkheden
Een paar jaar later, in '72, ging Ilvio op vakantie naar Amerika. Hij ging naar Arubaanse vrienden in Brooklyn, New York. Wat hij daar zag, moet hem zijn bevallen, want alras wijzigde hij zijn plannen. Hij wilde blijven en dacht in het land van belofte te zijn aangekomen. In New York vonden op dat moment in muzikaal opzicht stormachtige ontwikkelingen plaats. De boogaloo, in de tweede helft van de jaren zestig de uitlaatklep van de jonge opgroeiende generatie, was als storm even snel geluwd als deze was opgestoken. Die jongere generatie viel daarna terug op het oude geaccepteerde patroon. Maar ondertussen had dat oude patroon wel een gedaantewisseling ondergaan. In plaats van typisch Cubaans had het nu een zeer eigen herkenbaar New Yorks geluid gekregen. Dat sprak aan. Spanish Harlem was op dat moment verworden tot een saneringswijk met grote sociale spanningen. De projectontwikkelaars zochten er fortuin; de jongere latino’s een eigen identiteit.
Advocaat Jerry Masucci voelde dat haarfijn aan en bundelde krachten met orkestleider Johnny Pacheco. Zij wisten dit gegeven commercieel uit te buiten. Hun muziek met die nieuwe identiteit midden jaren zeventig de naam salsa meegeven, bleek een gouden greep. Met hun Fania-platenlabel bouwden zij een imperium. Daar, in het steeds verder aftakelende Spanish Harlem, raakte de New Yorkse latinogemeenschap besmet met het salsavirus.
|
|
|
Ilvio Pietersz en Otto van Helden |
|
|
Ilvio Pietersz |
|
|
Ilvio Pietersz met tres |
|
|
Perlas del Caribe - Ilvio Pietersz gehurkt eerste links |
|
|
Foto: Perlas del Caribe - Tele Curacao 1962 |
|
|
Estrellas del Caribe - Ilvio Pietersz 5e staande van rechts |
|
|
Casin Giel en orkest (Aruba) |
|
|
Los Supremos |
|
|
Ilvio Pietersz bij Tele Aruba, met orkest van Casin Giel |
|
|
Ilvio Pietersz op piano |
|
|
Orquesta Aruba (NY) Ilvio Pietersz tweede van links staande |
|
|
Op straat, in het uitgaansleven: iedereen ademde salsa. Ilvio kwam daar middenin terecht. Hij zocht werk en probeerde zijn weg te vinden binnen de salsascene. Om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien vond hij werk in een atelier waar uniformen en andere textielproducten werden vervaardigd.
Ilvio moest zich voor het werk laten scholen en volgde verschillende cursussen, onder andere om het dry cleanen onder de knie te krijgen. Maar het leven in het illegale circuit had zo zijn beperkingen. Ilvio wilde daar verandering in brengen en ging voor een Green Card, de Amerikaanse versie van een werkvergunning. Voor zijn aanvraag kreeg hij van alle kanten hulp aangeboden. Een bevriende garagehouder tekende als zou hij werkgever zijn. Maar uiteindelijk moest Ilvio om zijn aanvraag rond te krijgen toch nog voor een periode van enkele maanden terug naar Curaçao. Net als andere eilanden in de regio, bleek ook Curaçao inmiddels besmet te zijn geraakt met het New Yorkse salsavirus. Orkesten als het Gran Orquesta de Curaçao, Doble R, Super Dynamic, la Perfecta, ENOS, enzovoorts lieten zich daar graag door inspireren. Er ontwikkelde zich een eigen Antilliaanse salsastijl, evenals een eigen Antilliaanse stijl van de son montuno. Ilvio, die in geldnood zat, zocht voor die paar maanden werk. Je zou verwachten dat ze bij deze orkesten zaten te springen om iemand met de ervaring van Ilvio. Maar niets van dit alles. Toen Ilvio daarop werd gevraagd om met een klein naamloos combo'tje in "Havana", een nachtclub te komen werken, hapte hij meteen. Het was weinig spectaculair en Ilvio moest zich in weerwil van alle spannende muzikale ontwikkelingen zetten aan een oubollig repertoire van bolero's en cha cha chá's. Maar door de doornen naar de rozen. Na een aantal maanden kon hij weer terug naar New York. Alles was nu legaal en eindelijk kon hij beginnen met het realiseren van zijn droom. Hij schreef zich in voor een avondstudie aan de Brooklyn Music School. Maar het leven in New York was hard. Zijn dagelijkse kost verdiende hij niet met muziek maar met het werk in het atelier waar zij hem opnieuw hadden aangenomen. Direct na dit werk moest hij naar het conservatorium en pas daarna kon hij naar huis. Dat trok hij niet. Vaak nog hallucinerend van alle chemische stoffen waarmee hij tijdens het dry cleanen moest werken, viel Ilvio tijdens de lessen steevast in slaap. Voor een periode van pakweg drie, vier maanden heeft hij zichzelf met dit project voor de gek gehouden. Uiteindelijk heeft Ilvio de handdoek in de ring moeten gooien. Maar het idee liet hem niet los. Ilvio ging op zoek naar andere wegen om aan kennis te komen.
Hij bestelde daarop een schriftelijke cursus arrangeren en structureren van muziek bij de Berkely School of Music. Dit werkte beter en de jaren daarop werd zijn brievenbus bestookt met allerlei de over de post toegezonden lespakketten. Ondertussen hield hij samen met een aantal Antillianen en Puertoricanen het Orquesta Aruba in de lucht. Het was geen orkest met een uitgesproken salsarepertoire. Zij speelden een breed spectrum aan Caribische ritmes en onderscheidden zich daarmee van de andere orkesten in de scène. Eén van de meest enerverende ervaringen uit die periode was de programmering van het orkest in het voorprogramma van de grote namen bij één van de grote salsafestivals in het immens grote Madison Square Garden. Daarnaast speelde Ilvio in het clubcircuit als invaller. In die hoedanigheid stond onze pianist regelmatig op het podium met bekende artiesten als bassist Eddie "Gua Gua" Rivera, percussionist Papo Pepin en trompettisten Ite Jerez en Ray Maldonado. Ook heeft hij een keer mogen invallen in het merengue-orkest van Joseíto Mateo. Iets dat hij als een enorme eer heeft ervaren. Maar al met al was het toch een pover resultaat in vergelijking met wat hem voor ogen stond. Want ondanks dat de salsascène bloeide als nooit tevoren en er overal werk was, wilde het hem maar niet lukken om beroepsmuzikant te worden. Hoewel zijn vrienden het beste met hem voor hadden, besefte hij maar al te zeer dat hij moest concurreren met een groot aantal getalenteerde pianisten die een betere ondergrond hadden dan hij. Om zich met hen te kunnen meten, zou hij nog veel moeten bijleren. Daarnaast speelde toch ook wel een rol dat hij als Antilliaan een buitenstaander was. Vele Puertoricaanse muzikanten speelden elkaar het balletje toe, gewoon omdat zij in de wijk met elkaar waren opgegroeid, met elkaar op school hadden gezeten of omdat zij familie van elkaar waren.
Dit groeiende besef luidde het einde in van Ilvio's Amerikaanse avontuur. Bij wijze van zwanenzang nam hij in 1979 nog met het Orquesta Aruba de single "El viaje" op. De titeltrack was geschreven door Johnny Ortiz. Ondertussen was Ilvio echter aan het uitkijken naar iets anders. Toen ontmoette hij op Kennedy Airport een oude bekende: Edgar "Gachi" Supriano, de "Gouden Trompet" van Estrellas del Caribe. In het gesprek dat volgde, luchtte Ilvio zijn hart. In die tijd woonde Edgar in Nederland en Ilvio inventariseerde bij hem zijn kansen in Europa. Hij zocht studiefaciliteiten en beroepsmatig werk als pianist.
Edgar bracht Ilvio in contact met de in Leiden wonende gebroeders Cornelia. Zij hadden hem indertijd ook geholpen en zouden Ilvio vast wel willen opvangen. Er werden adressen uitgewisseld en Ilvio zocht contact. De broers die een combo hadden, konden Ilvio hard gebruiken. Zij wilden hem hier in Nederland wel opvangen en in 1980 maakte Ilvio de grote oversteek. Ruim twee jaar zou Ilvio met Combo Cornelia spelen. Maar hoewel ze best regelmatig optraden, was het niet vaak genoeg om er als beroepsmuzikant je brood mee te kunnen verdienen. Dit was voor Ilvio aanleiding om toen Eddie Mar, de vaste pianist van BESS terugging naar Curaçao, een gooi te doen naar diens plaats. Deze formatie van Babalu (Richinel Kirindongo) was destijds één van toonaangevende salsabands in Europa en had een druk programma. De thuishaven was Nederland, maar vaak waren zij op reis om ergens in het buitenland te spelen. Ilvio werd inderdaad het nieuwe gezicht achter de toetsen.
|
|
|
|
Copyright: De inhoud van deze pagina, de daarin opgenomen gegevens, afbeeldingen, geluiden, teksten en combinaties daarvan en de programmatuur zijn beschermd door auteurs- en databankrechten. Deze rechten berusten bij Salsa Info/Latin EMagazine. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin EMagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|