Hoe is het
mogelijk dat er met zoveel voortvarendheid zigeuners vernietigd werden, terwijl er tegelijkertijd een romantisch beeld
van het zigeunerleven gekoesterd werd door diezelfde nazi's? Een schrijnend voorbeeld: de speelfilm Tiefland van Leni
Riefenstahl, waarin zijzelf een flamencodanseres speelt. De figuranten waren zigeuners, die na de opnames werden
teruggestuurd naar de concentratiekampen waar ze gevangen zaten. Nogmaals: een loodzwaar thema. Toch weet Galván
een voorstelling neer te zetten die ook mooie en lichtere momenten oplevert. De cast is ook niet niks: grote namen als de
zangers Tomás de Perrate en David Lagos, Bobote (palmas), Caracáfe (gitaar) en de wereldsterren van de flamencodans:
Belén Maya en Isabel Bayón.
Muziek door beweging
Het mooie aan de voorstelling is dat het publiek geen moraal, verhaal of gevoel opgedrongen krijgt. Ja, je wordt een
richting op gestuurd in je associaties, doordat je weet wat het thema is. De spoorrails, de arme vrouw op klompen en in
hoofddoek: het past allemaal bij beelden die iedere volwassen Europeaan wel kent over de verschrikkingen van de
holocaust. Maar Galván gaat niet preken. Hij blijft bij zijn stiel: muziek maken door beweging. Ieder decorstuk wordt
onderzocht op klank en ritme. Soms duurt dat wat lang om aangenaam te blijven, maar de voorstelling is afwisselend
genoeg. De experimentele scènes worden afgewisseld met 'gewone' flamenco: gitaar en zang. Omdat de interpretatie van
wat er op het podium gebeurt aan het publiek zelf wordt overgelaten, is de impact des te groter. Mij valt het op dat er steeds een gebaar gemaakt wordt, dat begint als
een ‘Sieg Heil’-arm, verder gaat als een beweging langs hoofd en oog,
en eindigt in een kus die het publiek ingeblazen wordt. De voorstelling
eindigt ook zo. Belén Maya maakt dit gebaar een aantal maal en wijst
naar het publiek. Ondanks dat er niet gepreekt wordt, voel ik me
aangesproken. Dat we de ogen open moeten houden. Scherp moeten
blijven. Als het doek van de voorstelling dan echt valt, voel ik me diep
geroerd en getroost tegelijkertijd. Is dit flamenco? Ja, voor mij is dát
flamenco.
* Een theremin is een elektronisch muziekinstrument dat bespeeld wordt
door de afstand tussen de handen en twee antennes
te variëren. (ref. Wikipedia.nl).
'Bratimene' - Broeders in muziek
Theodosii Spassov en Arcángel, Bimhuis
Flamenco en balkanmuziek: gaat dat samen? Ja, zo bleek al een jaar geleden tijdens een Flamenco Biënnale 'intermezzo'
waarin dansgrootheid Joaquín Grilo samen met Theodosii Spassov een swingende voorstelling gaven. De duivelse ritmes van Grilo's voetenwerk gingen een
goed huwelijk aan met de bijzondere klanken van de kaval
van Spassov. Een kaval is een houten blaasinstrument uit
de Balkan waarmee melodieuze liedjes gespeeld kunnen
worden, maar waar ook diepe donkere klanken uit kunnen
komen. Tijdens deze Biënnale betreedt Spassov het
podium met flamencozanger Arcángel. De heldere stem
van Arcángel en het rauwe geluid van de kaval vullen
elkaar goed aan. Met name de tweeklankige zang van hen
samen, die overgaat in de pure flamenco van Arcángel met
begeleiding van Spassov, is betoverend.
Maar het swingt ook: het concert eindigt met een
balkandans en de begeleidende gitaristen gaan met elkaar
een virtuoze, jazzy jam aan.
Flamenco goes Baroque – Stemmen als snaren
Accademia del Piacere en Arcángel, Muziekgebouw aan het IJ
Arcángels stem is een van de weinige flamencostemmen die
ook op een zachte toon nog kunnen boeien, alsof het zelf
een gevoelig snaarinstrument is. De combinatie van zijn
geluid met dat van de viola da gamba (voorloper van de
cello) is dan ook aangenaam om naar te luisteren. Dat maakt
het project Flamenco goes Baroque heel geslaagd: je wordt
meegenomen naar de Spaanse koloniale tijd waarin
invloeden en ritmes van onder meer Cuba hun weg vonden
naar Spanje. Tijdens het concert worden we getrakteerd
op het viola da gamba-spel van Fahmi Alqhai, van
barokgezelschap Accademia del Piacere. Stevige percussie
en flamencogitaar (van de vooraanstaande Miguel Angel
Cortés) maken dat het ook 'echt flamenco' blijft.
Tijdens de inleiding van flamencoloog Faustino Núñez
hebben we trouwens kunnen horen dat de combinatie barokmuziek en flamenco beslist geen nieuwerwetse
cross-over is. Het spelen met akkoorden, zo kenmerkend
voor flamenco, begon met de barokmuziek. Als de jonge
danseres Patricia Guerrero dan ook nog haar opwachting
maakt, is het feest compleet. Deze voorstelling, met in de
zaal duidelijk een mengeling van flamencoliefhebbers en
klassiek muziekpubliek, bood iedereen een prachtige
avond.
Historias de Viento – Toeters en diva's
Carmen Linares en het Nederlands Blazers Ensemble, Muziekgebouw aan het IJ
Carmen Linares geldt als een van de grote flamencodiva's. In dit project werd ze gekoppeld aan het Nederlands Blazers
Ensemble, een muziekgezelschap dat bekend staat om de bijzondere samenwerkingen. Het concert was opgebouwd rond
teksten van onder meer Federico García Lorca, de schrijver en dichter die samen met componist De Falla de drijvende
kracht was achter het Concurso de Cante Jondo. Dit 'concurso', begonnen in de jaren 20, was erop gericht om de
flamencokunst te bevorderen. Lorca's teksten werden (in het Nederlands vertaald) groot geprojecteerd op de achtergrond
achter de muzikanten. Het is aardig om nu eens precies te weten wat er gezongen wordt. En de teksten van Lorca zijn
prachtig, ook als ze vertaald zijn. Helaas viel de stem van Linares een beetje weg bij het imponerende ensemble. En ook
de flamencogitaar was moeilijk te horen. Toen het repertoire aan het einde van de voorstelling wat meer upbeat werd,
was de combinatie beter geslaagd. Maar het leukste aan het optreden was nog wel de 'after'. Toen Linares zich in de hal
van het Muziekgebouw bij een aantal van de muzikanten voegde en de avond tot een swingend einde kwam.
In 2015 is er weer een Nederlandse Flamenco Biënnale: www.flamencoBiënnale.nl |