|
|
|
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op.
Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
|
|
|
|
|
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine! |
|
Het Latin Emagazine is helemaal gratis! |
|
Maximaal 1 bericht per maand |
|
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox |
|
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven |
|
|
|
|
|
Interview met: Marc Bischoff
De muzikale spin in het web
Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview
is gedateerd. |
|
|
|
|
Interview: Michele van den Heuvel |
's-Hertogenbosch, Azijnfabriek |
Fotografie: Michele van den Heuvel
|
Rubriek: Latin interviews |
|
|
Al een tijd lang kom ik Marc Bischoff overal tegen. Op festivals, in theaters en podia, in diverse bezettingen en ook met zijn eigen band. Ook kom je zijn composities of bewerkingen daarvan tegen op albums van hemzelf en anderen. Wat heeft deze blanke pianist uit Duitsland ons te vertellen over Latijns-Amerikaanse muziek en zijn rol daarbinnen? Na een betoverend optreden van Izaline Calister en haar band in de Jazzkapel in ‘s-Hertogenbosch grijp ik de kans om Marc aan een interview te onderwerpen. |
|
Je was zes jaar oud toen je begon met pianospelen, vertel eens?
Ik ben geboren in Gehrden, een klein dorpje in de buurt van Hannover. Hoewel ik niet uit een echte muzikale familie kom, hebben mijn ouders me wel gestimuleerd om iets met muziek te doen. Ze vonden dat pianoles bij mijn opvoeding hoorde. Zo kreeg ik rond mijn zesde mijn eerste leenpiano en tot mijn elfde kreeg ik privé pianoles aan huis. Toen vertrok de pianolerares en dat leek mij een goed moment om ook met pianospelen te stoppen. Maar mijn moeder vroeg me om het toch nog één kans te geven. We sloten een compromis: ik zou naar de muziekschool gaan en als ik het niet leuk zou vinden, mocht ik stoppen.
Op de muziekschool kreeg ik les van Kurt Klose, een leuke leraar die heel andere muziek met mij ging maken. Geen klassieke pianostukken, maar populaire muziek en jazz. Zonder dat ik het in de gaten had, leerde ik vooral latin muziek spelen. Hij had ook een eigen salsaband ‘Havanna’ met veel blazers en veel percussie. Dat vond ik geweldig. Mijn buurjongen Sebastian Schunke, inmiddels een bekende jazzpianist, had les op dezelfde muziekschool en we vonden het leuk om samen te spelen. Dat leidde tot optredens en we stonden al snel bekend als het pianoduo. Achteraf bezien is dat een heel bepalende periode voor mij geweest.
Kun je stellen dat Kurt Klose jouw voornaamste inspirator was?
Ja, hij was de sleutelfiguur die mij de latin muziek heeft aangereikt, maar het is toch vooral de muziek zelf die mij heeft geïnspireerd. Door Kurt heb ik leren luisteren naar o.a. Herbie Hancock, Chick Corea, Bill Evans, Tito Puente maar vooral Eddie Palmieri. In de jaren 80 was het erg moeilijk aan latin muziek te komen en Kurt gaf me vaak cassettebandjes.
Er zijn drie concerten die mijn leven op zijn kop hebben gezet. Het eerste was het concert van Irakere in Hannover in 1987. Ik was totaal uit het lood geslagen, ik begreep niets van de muziek en stond als vastgenageld. Ik ben na het optreden naar Chucho Valdés toegegaan en heb hem gevraagd: “Hoe doe je dit toch? Dit is bovenmenselijk.” Chucho lachte alleen maar. Het tweede was een concert van Los Van Van in Havana, Cuba, 1997. De enorme wisselwerking met het publiek was een spectaculaire ervaring in een andere wereld. De reactie van het publiek bepaalde wat de band speelde. Dat was nieuw voor mij.
Het derde concert was het optreden van El Gran Combo op de Feria de Cali in 1996. Ook hier weer die enorme wisselwerking en ineens begreep ik hoe het werkte. Het was meer dan een band die speelt voor het publiek. Het ging veel dieper. Het publiek kende alle liedjes, zong mee en vroeg om bepaalde songs. Het was een eenheid, voor die mensen was de muziek een deel van hun leven.
Deze sleutelconcerten zal ik nooit meer vergeten, zij hebben mijn leven op zijn kop gezet. Ik wist wat me te doen stond: nog beter leren pianospelen om net zulke geweldige muziek te kunnen maken.
Wat deed je besluiten om van Duitsland naar Nederland te gaan om te studeren aan het Codarts in Rotterdam?
Veel van mijn vrienden gingen er in 1995 heen om te studeren, en zij vroegen me om mee te gaan. Het was het enige conservatorium voor wereldmuziek in Europa. Ik wist toen nog niet echt wat ik wilde en dacht: ”Ik doe het toelatingsexamen en dan zie ik wel”. Een jaartje naar het buitenland sprak me wel aan. In het begin vond ik Rotterdam echter vreselijk. Ik voelde me een bang jongetje in een grote stad. Ik was later in het jaar ingestroomd en had toen ook nog een vriendinnetje in Duitsland. Daardoor duurde het even voordat ik mijn draai vond. Pas na het eerste examen, toen ik een goede beoordeling kreeg en anderen zagen dat ik kon spelen, kreeg ik vrienden en ging het bergopwaarts. Het tweede jaar was echt geweldig. Zo werd ik in 1996 door Jaime Rodríguez gevraagd of ik zin had om met Rumbatá op tournee naar Colombia te gaan. Tijdens de kerstdagen. Maar in Duitsland is de kerst erg belangrijk. Een Duitser gaat met de kerst naar zijn ouders! Dus ik zei dat ik niet kon. Jaime heeft toen met mijn ouders gesproken en uiteindelijk ben ik toch meegegaan. Ik wist toen nog niet dat ook de ‘Feria de Cali’ op het programma stond, het grootste salsafestival van Colombia, met zo’n 30.000 bezoekers. Die tournee was zo overweldigend, dat ik daarna alleen nog maar salsa wilde spelen. Ik vond de sfeer daar geweldig, dat latino wereldje met al die aardige, lachende en dansende mensen. Die enorme wisselwerking tussen muzikanten en publiek; er ging een wereld voor me open. Ik kwam terug als een ander mens. Voor vertrek was ik een verlegen Duitse jongen, die niet wist wat hij met zijn leven moest. En ineens was ik vol zelfvertrouwen en had ik mijn keuze gemaakt. Ik wilde mijn studie afmaken en een band opzetten. Dat is ‘La banda Iré’ geworden, de eerste Nederlandse timbaband.
In welke bands speelde je nog meer in die periode naast Rumbatá?
In mijn periode bij Rumbatá (van 1996 tot 2003) heb ik enorm veel gespeeld in binnen- en buitenland. Het was dan ook een enerverende tijd. Ik speelde bijvoorbeeld ook in Nueva Manteca. De bandleider, Jan Laurens Hartong, was tevens mijn pianoleraar en ik was zijn vaste vervanger voor de vele internationale tournees.
En van het een kwam het ander. De drummer van Nueva Manteca was Lucas van Merwijk. Toen hij later de ‘Cubob City Bigband’ oprichtte, vroeg hij me in zijn band te komen spelen en dat doe ik nog steeds. Helaas doet de band door het wegvallen van veel subsidies alleen nog losse projecten, maar elk jaar zijn er wel een paar optredens.
Ook heb ik veel met de band van Geardo Rosales gespeeld.
Van al deze bands kun je eigenlijk zeggen dat het rond 2004 al veel minder werd vanwege de eerste bezuinigingen. De echte klap kwam echter in 2008, toen door crisis vrijwel alle subsidies wegvielen. Hierdoor zijn er heel veel bands verdwenen. Maar juist in die periode, toen veel wegviel, kwam er weer iets anders op mijn pad. Ik ben bij Izaline Calister begonnen en samen hebben we veel muziek geproduceerd.
Daarnaast speel ik ook in de onlangs opgerichte Rumbatá Beat Band. Het repertoire is geen salsa, maar cross-over muziek met latin jazz en retro.
|
|
|
Marc Bischoff |
|
Marc Bischoff samen met Thomas Böttcher |
|
Marc Bischoff: optreden met Izaline Calister |
|
Tumba met Duitse inbreng op 1 in Curaçao
De veelzijdigheid van Marc Bischoff is ook op de Antillen niet onopgemerkt gebleven. In opdracht van de groep Ola Caribense heeft hij voor hen de tumba ‘Korsou ta nifiká kás pa mi’ geschreven en geproduceerd in zijn eigen studio. Yumarya Grijt tekende voor de tekst. Vervolgens werd het nummer opgepikt door een radiostation op Curaçao en nu staat het al meer dan 15 weken in de top 40, waarvan 3 weken op nummer 1. Waarschijnlijk de eerste door een Duitser geschreven tumba die ooit op 1 heeft gestaan.
Benieuwd hoe dat klinkt?
|
|
|
Benieuwd naar het WK-nummer van Marc en Yumarya? Hou dan Yumarya´s facebookpagina goed in de gaten! www.facebook.com/YumaryaGrijt |
|
|
Puur instrumentaal, dus zonder zangers, maar met veel goede jazzmuzikanten. Het nieuwe album met deze band is in februari van dit jaar uitgekomen onder de naam ‘Once again’. In september gaan we met deze band touren en ga ik weer naar Colombia. Daar heb ik onwijs veel zin in.
Wat vond je van de opleiding zelf?
Die was erg leerzaam. Ik heb goede leraren gehad, die je echte diepgang wisten te geven. Wel heb ik tijdens mijn studie het spelen altijd voorop gesteld, maar dat wist men daar ook. Als ik weg moest, zorgde ik voor vervanging of ik haalde de onderdelen later in. Ik had één hoofdinstrument, de piano. Ook heb ik even percussie gedaan, maar als ik andere instrumenten gebruik, zoals de accordeon of mondpiano, is dat alleen omdat ze dan in de muziek passen.
Je bent zelf docent op Codarts, wat vind je zo inspirerend aan lesgeven?
Eigenlijk ben ik net gestopt. Ik heb vijftien jaar lang 2 dagen per week gedoceerd en vond het wel genoeg geweest. Ik was benieuwd wat er zou gebeuren als ik geen les meer zou geven. Nu hoef ik geen rekening meer te houden lesprogramma’s en schoolvakanties en dat geeft me veel meer ruimte en vrijheid. Er komen weer zoveel opties om te spelen en andere dingen te doen, dat ik dat als een enorme uitdaging zie.
Het coachen en inspireren van andere muzikanten lijkt in je bloed te zitten. Waar haal je die kwaliteiten vandaan?
Dat weet ik niet, ik denk eigenlijk dat ik het heel slecht doe. Ik heb het vak pedagogiek op school niet echt benut en besef nu pas hoe belangrijk het is. Elke student is anders en je kunt niet alleen werken met studenten die jou liggen. Je moet voor iedereen een formule hebben. Dat mis ik bij mezelf. Ik drijf meer op mijn mensenkennis en praktijkervaring. Ik houd van mensen en vind het mooi als ze iets willen leren, dus meestal lukt de samenwerking dan ook wel. Wat ik losgelaten heb, is dat ik ‘leuk ’ en ‘populair’ moet zijn. In het begin vond ik dat belangrijk, maar nu wil ik vooral eerlijk en open zijn. Als ik iets niet goed vind, dan zeg ik het. Hoewel dat niet altijd fijn is om te horen, is mijn ervaring dat mensen daar wel veel meer aan hebben. Zelf vind ik het ook prettig om tegenspel te krijgen. Wederzijds respect staat bij mij voorop.
In gesprekken met vier sterke vrouwen als Maite, Izaline, Zulema en Yumarya hoor ik hoe ze jou op handen dragen als hun inspirator.
Ach, ik weet het niet. Ik denk dat mensen graag met mij samenwerken, omdat ik op een bepaalde manier mijn kennis aandraag en graag inhoudelijke suggesties doe. Omdat ik ook arrangeur ben, heb ik een goed overzicht over wat iedereen in de band moet doen. Soms zit iemand toch te veel op zijn eigen muzikale eilandje. Zo zie je soms dat zangeressen behoefte aan een muzikale partner hebben om de muziek door te sluizen naar de rest van de band, zodat alles een mooi geheel vormt.
Niet alles draait om pure perfectie. Ik wil het ook gewoon leuker maken. Het is niet mijn doel om snel geld te verdienen. Ik stop veel energie in mijn werk en ik denk dat ze dat in mij respecteren.
Je maakte in 2009 met je eigen band een latin jazzalbum ‘ Later is too late’. Vanwaar dit idee?
Dit was meer een cd-project. Ik wilde een ander terrein verkennen en het is ook een soort ontdekkingsreis geworden. Daarbij heb ik voor een ander geluid van de piano gekozen, met een elektronisch tintje naast het akoestische. Ik heb hiermee ook opgetreden bij ‘Vrije Geluiden’. Dat heeft enorme positieve reacties opgeleverd en daardoor is mijn album ook erg goed verkocht. De hieraan gekoppelde optredens liepen echter niet. Vanwege de crisis willen de podia vaak alleen nog bands die volle zalen trekken. Er werd zelfs gevraagd of ik een zangeres kon toevoegen, omdat dat beter zou lopen.
Nu ben ik met een nieuw project bezig met de Iraanse percussionist Afra Mussawisade. Het wordt echte impro-jazz, waarbij we niets vastleggen. Ik zet in zonder dat de ander weet wat er komt en vice versa, en dan kijken we waar we uitkomen. We leggen het wel vast om het later te kunnen verbeteren, indien nodig. Voor mij is dit een heel spannende en ultieme vorm van expressie. Ik ken niemand anders met wie ik op deze manier muziek kan maken. Wel wil ik hier een album van maken. Dat lijkt een beetje gek, want waarom zou je een album maken van iets met zo weinig vaste structuur? Maar toch lijkt het me een uitdaging.
Overigens vormt deze zeer vrije vorm een grote tegenstelling met de salsa. Daarbij is alles zeer strak georganiseerd. Iedereen weet wat hij moet doen, de blazers moeten hun partijen lezen. Je speelt met veel mensen, dus je moet weten wie wat speelt. Veel vrijheden kun je je niet veroorloven, omdat het ritme moet grooven, en zangers en blazers moeten gelijk inzetten. Het moet een geoliede machine zijn.
Je speelt zelf, maar je arrangeert, componeert en produceert ook nog. Hoe is dat allemaal begonnen?
Het is allemaal begonnen met Fabian Nodarse, de zanger van Rumbatá. Hij wilde graag dat ik een aantal liedjes zou arrangeren om ze vervolgens in een album ‘Renacer’ vast te leggen. We waren allebei heel ambitieus maar ook zeer amateuristisch. We hebben alles op onze laptop opgenomen. Toch ben ik heel trots op dit eerste werk. Het is een mooie, muzikale cd geworden. Na dat begin, ben er verder mee gegaan en nu heb ik een eigen studio aan huis. Het is een echte passie van mij geworden. Vroeger initieerde ik de producties. Nu komen ook mensen naar mij toe met het verzoek om hier een album op te nemen. Zoals bijvoorbeeld Zulemax, Gerardo Rosales, en ook het album van Nils Fischers Timbazo (crowdfunding!) dat nu de eindfase heeft bereikt.
En ik heb nog een primeur voor je, vers van de pers: in het kader van het komend WK hebben Yumarya en ik een single opgenomen. Ik heb het nummer ‘La vida es un carnaval’ van Celia Cruz bewerkt tot een salsanummer met een Braziliaans ritme, de ‘maracatu’. Het gaat deze week uitkomen op Itunes en Soundcloud. Het is heel leuk geworden, dus houd het in de gaten!
Dit soort dingen vind ik ook erg leuk om te doen. Het feit dat ik in de positie ben om het hele proces van opnemen en uitbrengen te kunnen verzorgen, vind ik geweldig. Als ik zo mensen gelukkig kan maken met mooie muziek voel ik me erg bevoorrecht.
Is Nederland niet te klein voor je aan het worden?
Kortgeleden is me gevraagd of ik mee naar Colombia wilde verhuizen. Toen ik daarover nadacht, besefte ik hoeveel ik hier heb opgebouwd. Ik zou alles moeten loslaten en helemaal opnieuw moeten beginnen, alleen maar om op hoog niveau salsa te kunnen spelen. Dat is het me niet waard. Ik kan hier zoveel doen, er is zoveel diversiteit en ik heb veel internationale contacten, een eigen studio en projecten zoals dit van vanavond, samen met Izaline. En ook mijn duo met Afra zou ik niet willen missen. Er komen hier zoveel dingen op mijn pad en ik houd erg van die afwisseling.
Wat zou je onze lezers nog mee willen geven?
Het zou mij leuk lijken als mensen weer naar live concerten zouden gaan. Als de politiek dan niet in ons wil investeren, laat het publiek het dan wel doen. Anders lijkt het alsof de politiek gelijk heeft en wij als muzikanten niets voorstellen. Wij kunnen niet zonder publiek en het publiek kan niet zonder ons. Die wisselwerking is enorm belangrijk. Kijk naar deze avond, hoe wij allemaal hebben genoten van dit goed bezochte concert. Er wordt overal heel veel energie in gestoken, en ik zou willen dat meer mensen dat beseffen. Dus ik wil mensen oproepen meer naar live concerten te gaan en cd’s te kopen in plaats van ze te kopiëren. Het is een mythe dat je toch alleen de platenmaatschappij benadeelt. Wij maken nu zelf de muziek. Er zit zoveel werk in een album, van het ontstaan van een lied tot het arrangement, de opnames, het afmixen, en de cover. Dan is het echt frustrerend als mensen het voor niets willen hebben. Als albums niet meer gekocht worden, kunnen muzikanten geen nieuwe meer maken. Dat moeten we niet willen. Met dank aan Marc Bischoff voor dit boeiende, persoonlijke en lange interview. We zijn blij dat we deze veelzijdige artiest eens naar de voorgrond hebben kunnen halen. In al zijn bescheidenheid is hij een zeer bepalende factor voor de Latijns-Amerikaanse muziek in Nederland én daarbuiten.
Een echte spin in het web…
|
|
|
|
Copyright: Wilt u een (deel van een) tekst van deze website gebruiken? Neem dan contact op met de redactie. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin Emagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren.
Foto's:
De redactie accepteert geen
verantwoordelijkheid voor foto’s of
ander beeldmateriaal dat door derden is aangeleverd. De leveranciers van dit materiaal zijn er verantwoordelijk voor dat dit materiaal met toestemming van rechthebbenden wordt gebruikt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|