Alle Afrikaansgerelateerde muziek heeft te maken met meerdere ritmes die door elkaar lopen. Speel je deze muziek, dan kom je daar niet onderuit. Technisch gezien, kun je met je linkervoet de claves bespelen en met je rechtervoet de timbales, of andersom. Zo vertaal je deze ritmes dan naar de drums. Zelf vind ik het nog steeds een uitdaging om een nieuw soort ritme en coördinatie te ontwikkelen en onder de knie te krijgen. Cuba heeft zeer veel verschillende ritmes. Zo heb je de populaire ritmes als de salsa, de timba, chachacha, danzón, maar ook de religieuze ritmes, de batáritmes, de carnavalsritmes en de cumbancha’s. Het is belangrijk dat je als drummer al deze verschillende ritmes kent en ook weet hoe die op de andere instrumenten gespeeld worden. Dan kun je met je drums de aansluiting vinden. En dat is nog maar het begin. Zo heb je ook te maken met de samenstelling van de band en het muziekgenre. Zijn er geen andere percussie-instrumenten, zoals in het kwartet van vanavond, dan speel je ook weer heel anders. In de jazz gaat het vooral om de interactie, waarbij je samen het avontuur aangaat. De salsa vereist veel meer een strakke uitvoering. Dat alles bepaalt hoe je speelt. Eigenlijk moet je boven de ritmiek staan. Dan kun je vrijuit spelen. Het is eigenlijk als een taal leren, eerst de grammatica en de woorden leren en daarna gaat het langzaam vanzelf.
Je bent als drummer en percussionist bekend van veel grote formaties, zoals Cubop City Big Band, Drums United en Los Místicos, maar je werkt ook in kleine bezettingen, zoals vanavond met het kwartet Cuban Golden Classics. Hoe en wanneer ontstond het idee voor dit kwartet?
Ik heb veel grote bezettingen waarin veel show zit. Daarmee is het echter vaak moeilijk om optredens te krijgen, omdat ze log en duur zijn. Zeven jaar geleden ben ik begonnen met ‘van Merwijks Music Machine’. Hierbinnen kies ik voor wisselende samenstellingen afhankelijk van het thema. En daar zit dan wel vaak iets van latin in. Zo’n project loopt dan een paar jaar en dan stopt het weer. Dit kwartet is daar een onderdeel van en loopt vanaf 2012. Ik wilde weten wat zou er gebeuren als ik oude Cubaanse nummers als kapstok gebruikte en bewerkte.
Waarom koos je speciaal deze muzikanten?
Ik kende Ramon al als een avontuurlijke Cubaanse pianist en wilde graag een project met hem doen. Voor een project als dit heb je iemand nodig die boven de materie staat. Ramon denkt jazzy, is heel avontuurlijk en zorgt voor een Cubaanse inbreng. Hij heeft bovenal een frisse aanpak. Adinda ken ik van veel salsabands. Zij heeft een geweldige bas-sound en een goede swing. Bovendien speelt ze ook contrabas en ze kent zowel de wereld van de latin als die van de jazz. Wat ik vooral leuk vind, is dat ze met haar rust de boel bij elkaar houdt. Dat hebben we ook nodig. En Ilja vind ik een geweldige trombonist, die mooie effecten brengt. Kortom een gouden greep. Belangrijk is dat mensen bij elkaar passen en bovendien iets meebrengen om er samen iets moois van te maken.
Voor welke Cubaanse stukken hebben jullie gekozen?
Ik wilde nu eens niet de overbekende stukken gebruiken. Ik denk altijd in projecten. Zo heb ik iedereen uitgenodigd wat stukken aan te leveren die we dan hebben samengevoegd voor dit project.
Hoe benader of bewerk je de muziek?
Iedereen maakt een eigen arrangement. Je kunt de harmonieën veranderen, maar ook het tempo, de maatsoort, of zelfs ook de melodie. Soms vraag ik aan het publiek of ze het nummer herkennen, maar het is dan vaak zo veranderd, dat ze dat niet meer kunnen. Dat is ook de grap van dit project.
Wat is voor jou het grote verschil met je grotere formaties?
Met deze kleine formatie heb je meer vrijheid dan wanneer je vastzit aan een groot aantal arrangementen. Organisatorisch geeft het ook minder hoofdpijn. Je hoeft geen arrangeur te hebben die voor twintig personen de stukken uitschrijft, dus dit is minder bewerkelijk. Ook het volume is zachter, waardoor je op alle plekken kunt spelen. En de onderlinge interactie is groter. Met een bigband kost het allemaal wat meer tijd en moeite. Het is te vergelijken met een dieselmotor die langzaam op gang komt.
Maakt het ook nog verschil hoe je je publiek bereikt?
Ik speel natuurlijk in verschillende projecten op verschillende plaatsen, zo hebben we een theatertour met voor de pauze alleen slagwerk en daarna met meer instrumenten. Maar ook spelen we op salsa-avonden, zoals met Los Místicos in Club Mystique (Amsterdam). Hoe communiceer je dan naar het publiek wat je doet? Soms schept het verkeerde verwachtingen. Bij de salsa is de muziek van secundair belang, omdat het daarbij vooral om het dansen gaat.
Is er al een album uitgebracht met deze muziek?
Ja, de Cuban Golden Classics, geproduceerd in de Tam Tam studio met nummers als Cumbanchero, Bésame Mucho, Perfida, La Comparsa e.a. Het is een kleiner en intiemer album, met een ander geluid. Zo heb ik verschillende kanten. Ik houd van afwisseling, dat houdt me fris.
In 2008 heb je het album Que Sensación uitgebracht met de Cubop City Bigband, dat zeer hoog scoorde in de Latijns-Amerikaanse hitlijsten. Wat zijn de verschillen met dit album?
Deze twintig man sterke bigband brengt met dit album een ode aan de pioniers van de Afro–Cubaanse jazz. Grupo Afro Cuba met drummer Oscarcito Valdés was in de jaren tachtig een van de toonaangevende groepen in deze stijl. De inspiratiebron was Machito, een bigbandpionier uit de jaren 40-50. Hij begon als eerste met het mixen van Cubaanse muziek met de populaire bebop uit die tijd. Daar komt ook het ‘Cubop’ in onze bandnaam vandaan. ‘City’ was een club in New York waar veel van deze muzikanten speelden. Dat was in de tijd van Parker en Dizzy Gillespie. Voor onze band vormde het grootse mambo-achtige geluid van Moré en Machito het uitgangspunt. De muziek voor het album is grotendeels gearrangeerd door pianist Marc Bischoff en trombonist Ilja Reijngoud. Deze bigband bestaat nu alweer bijna 20 jaar.
Je bent enorm gedreven en actief op veel fronten. Wat is het geheim, hoe lukt steeds weer jezelf opnieuw uit te vinden? En hoe organiseer je dit alles?
Nou voor een deel zit dat in mij, ik houd van afwisseling en ik vind het leuk om steeds nieuwe projecten te doen. Mede hierdoor blijf ik fris en blijf ik me ontwikkelen. Ik heb nog zoveel ideeën en plannen en naarmate je ervaring opdoet, wordt het makkelijker. Maar alleen zou ik het nooit kunnen. Ik dank veel aan mijn vrouw Roosje. Zij is mijn manager en zij stimuleert me altijd. Dat is een andere kant van het muzikant zijn: je moet veel organiseren en zaken regelen. We hebben hier samen hard aan gewerkt, ook om buiten de grenzen bekendheid te krijgen. We hebben veel gespeeld, over de hele wereld, en als het eenmaal loopt, dan loopt het. Daarbij komt dat mijn muziek niet aan Nederland gebonden is. Ook in bv. China of Thailand houden ze van slagwerk. Met de Cubop City Bigband oogsten we vooral heel veel erkenning in Noord-Amerika. Soms denk ik wel eens aan een rustiger leven thuis, ‘s morgens lekker je hond uitlaten en je krantje lezen, of heerlijk op vakantie... maar ja, je moet door.
Waar liggen nog uitdagingen voor je?
Een van mijn eerste dromen was om van een slagwerkgroep een echte band te maken, en dat is gelukkig uitgekomen. Wat ik nog graag zou willen leren, ligt vooral op het terrein van het arrangeren en componeren. Dat zou ik heel graag op een nog hoger plan willen brengen. Welke projecten liggen in het verschiet?
Morgen ga ik voor 4 dagen naar Los Angeles om met muzikanten van daar mijn muziek van de Cubop City Bigband te spelen. Daar heb ik veel zin in. En verder:
- Ik werk veel samen met mijn dochter Gianna, die wereldpercussie speelt met het project ‘Beat the Kitchen’.
- We gaan op wereldtoer met Drums United om ons nieuwe album Rhythm Dreams te promoten. In november en december gaan we naar China en Thailand. In mei naar Colombia met mogelijk een uitbreiding naar Zuid-Amerika.
- Ik start een theatertour met een jazztrio met Ed Verhoef op gitaar.
- Ook ga ik weer samenwerken met Aly n’ Diaye Rose, waar ik veel mee heb samengespeeld.
- Met Cubop City Bigband doe ik World Focus, een project met verschillende zangeressen uit de hele wereld.
- Ook heb ik een optreden voor het Nederlands Koningshuis in december 2015. Je ziet het, lekker druk, dus voorlopig geen vakantie!
Tot slot heb ik ook nog een boek geschreven World-beat, dat net is gepubliceerd. Alles is via de website www.lucasvanmerwijk.com na te lezen en te bestellen.
Ik bedank Lucas voor dit mooie gesprek en hij gaat zich snel voorbereiden op het concert in de mooie, middeleeuwse Jazzkapel. |