Dat doen we trouwens allebei nog steeds. We hebben iemand van buitenaf nodig, die naar onze techniek kijkt. En daarnaast nemen we ook les in klassiek ballet.
María: We richten ons niet puur op één stijl, want we vinden dat juist de mix van stijlen iets moois heeft. Natuurlijk moet je de essentie wel blijven behouden, want wij zijn salsadansers. Maar binnen de salsa proberen we aandacht te besteden aan andere details. Als je bijvoorbeeld een acrobatische figuur gebruikt, dan moet je ervoor zorgen dat je die technisch perfect uitvoert. Als je een voet van de grond tilt, moet dat een gecontroleerde beweging zijn, die er mooi uitziet. En nu zijn we ons aan het verdiepen in de ballroom. Dat is een heel veeleisende discipline met een heel fijne techniek, die veel controle vereist. En ook al zul je dat niet terugzien als we salsa dansen, het geeft ons een lichaamsbeheersing die ons helpt om beter salsa te dansen. En wie weet gebruiken we ooit nog wel eens ballroomelement in onze salsadansen. We houden nu eenmaal van mengen en combineren. Bovendien is salsamuziek zelf ook een mix.
Jullie hebben al aan heel wat wedstrijden meegedaan. Wat is voor jullie de mooiste ervaring geweest tot nu toe?
José: We vonden het allebei geweldig om mee te mogen doen met de World Latin Dance Cup in Puerto Rico.
María: Het was voor ons de eerste keer dat we naar een internationaal kampioenschap gingen en dit was meteen een hele grote. Voor ons was het allemaal nog erg nieuw en we waren dan ook zeer onder de indruk. Het was 2010 en wij waren net samen aan het dansen. De eerste keer dat José op het podium klom, wonnen we het kampioenschap van Malaga. We gingen door naar het kampioenschap van Spanje en we classificeerden ons voor de World Salsa Open in Puerto Rico. Voor José was het allemaal nog hartstikke nieuw. Ik had weliswaar iets meer ervaring, maar eigenlijk kwam ik ook nog maar net kijken.
José: Kijk het gemiddelde niveau van toen was nog niet wat het nu is en over een aantal jaar zal het ongetwijfeld nog hoger zijn. De ontwikkelingen gaan gewoon door, ook bij ons.
María: Maar we zaten daar op het strand, en er waren mensen die hadden gehoord dat we dansers waren en aan het WK meededen. Volslagen onbekenden stapten op ons af om een praatje te maken, alsof we een soort van beroemdheden waren.
José: Want de cultuur daar is totaal verschillend van die in Spanje. Als je daar zegt dat je danser bent, hebben ze daar veel respect voor. Als je dat hier in Spanje zegt, wordt daar veel minder waarde aan gehecht.
María: Dat was voor ons een heel vreemde ervaring.
José: En we gingen er feitelijk als beginnelingen heen, maar we hebben er later wel heel veel profijt van gehad. Vooral mentaal hebben we een hele ontwikkeling doorgemaakt. Want zoiets dwingt je om je open te stellen voor wat er nog meer in de wereld is. We hebben daar zo ontzettend veel geleerd! We hebben het kampioenschap uiteraard niet gewonnen, maar op het persoonlijke vlak is het erg nuttig geweest. We hebben veel geleerd van de top die daar aanwezig was, en we hebben geluk gehad dat we dat in onze beginfase hebben mogen meemaken. Daardoor hebben we daarna veel sneller vooruitgang geboekt.
En wat is jullie ultieme doel?
María: Of het gaat lukken, is maar de vraag, maar ons doel is wereldkampioen worden. Het is erg ambitieus, en klinkt misschien een beetje verwaand, maar het gaat ons niet echt om de titel zelf. We willen ons echter verder ontwikkelen op dansgebied en dan moet je iets hebben om naartoe te werken. Het wereldkampioenschap is voor ons het hoogste wat we kunnen bereiken. Mocht het dus lukken om die titel te veroveren, dan zou dat wel heel mooi zijn.
José: Het is wel een mooie erkenning voor al het werk dat je erin hebt gestoken. Want zoals María al zei, het gaat er niet alleen om het recht om jezelf wereldkampioen te mogen noemen. Tenslotte is er het jaar erna weer een andere wereldkampioen. Maar het is een vorm van erkenning voor al je inspanningen.
María: Daarom was het ook zo mooi om in Nederland die kwalificatietitel binnen te halen. Wij waren echt afgereisd met het doel om “mee te doen”, want we wisten dat het niveau hoog zou zijn. We hadden dus niet de illusie dat we konden winnen. We wisten immers dat er goede en bekende dansparen zouden meedoen. We zouden dus gewoon lekker meedoen en ervan genieten. Dat we als winnaars uit de bus kwamen was dus een heel grote verrassing.
José: Daardoor konden we dat jaar ook meedoen aan de kampioenschappen in Miami (World Latin Dance Cup). Daar zijn we echter niet bij de eerste drie geëindigd, dus er is nog werk aan de winkel.
Hoeveel uur per week trainen jullie?
María: minder dan we zouden willen.
José: Dat komt voornamelijk doordat ik ook nog een eigen zaak heb, want van het dansen alleen kunnen we niet leven. Dus het blijft beperkt tot 1,5 à 2 uur per dag op doordeweekse dagen en in het weekend 3 à 4 uur. Zo hebben we gisteren eerst van 10 tot 12 getraind en ’s middags lesgegeven. Wat ook weer nuttig is, want ook tijdens het lesgeven leer je weer dingen.
Hebben jullie voorkeur voor een bepaalde stijl?
María: Wat salsa betreft is onze stijl LA on 1. Verder houd ik erg van flamenco en van ballroom. Daar zijn we nu veel mee bezig en het is een beetje verslavend. Het is wel een apart wereldje. En verder houden we ook van moderne dans.
Hoe maken jullie een nieuwe choreografie?
María: We bedenken eerst wat we willen uitbeelden. Dan kiezen we muziek, die daarbij past.
José: Vaak zijn dat dan wel wat wij wedstrijdnummers noemen. Vrij snelle nummers met veel breaks en descargas. En dan ontwikkelen we op basis daarvan een show, waar we dan ook weer na de wedstrijden mee rondtrekken.
Hoe lang doen jullie met een show?
Maria: We proberen er meestal een jaar mee te doen. Nu zul je zeggen: het is maar een nummertje van 2 minuten, maar er zit heel veel werk in. Het belangrijkste is de overeenstemming tussen bewegingen en muzikaliteit. En vandaar werk je verder naar de steeds kleinere details. En dan merk je dat er in 2 minuten heel wat kan gebeuren.
José: Het zijn twee sterk geconcentreerde minuten.
María: We proberen er ook een jaar mee te doen. Alleen in het afgelopen jaar hebben we twee choreografieën gemaakt, waar we nog even mee vooruit kunnen. Maar we moeten nu alweer beginnen aan een nieuwe.
José: Dus nu is het nog 1 per jaar, maar we zouden er in de toekomst best meer willen maken. De huidige shows zijn vooral op wedstrijden gericht, maar we zouden er best wat meer andere stijlen in willen verwerken, bijv. wat meer moderne dans en zo.
Zijn er andere dansers die jullie inspireren?
María: Jazeker, maar we hebben niet één groot voorbeeld. Wel verschillende kleine onderdelen van verschillende dansers. Daarbij komt dat we ons niet alleen op salsadansers richten. We laten ons ook inspireren door andere dansvormen.
José: Eigenlijk is het mengen van dansvormen voor ons een heel belangrijk onderdeel.
Willen jullie zelf nog iets toevoegen?
José: Ik wil graag een lans breken voor de live muziek. Daar houden we allebei heel veel van. Het geeft een bijzondere sfeer.
María: Wij zijn grote fans van El Gran Combo de Puerto Rico. Onze eerste salsaleraar zette heel vaak muziek van El Gran Combo op, dus die muziek is onderdeel van onze salsaopvoeding geweest. En de eerste keer dat wij El Gran Combo live zagen optreden was tijdens een congres in Athene. Voor ons was dat een openbaring. Wij waren gewend aan kleine, lokale live bandjes, en dat vonden altijd al heel gezellig. Maar dat is niet hetzelfde als een band met 14 muzikanten die een compleet spektakel neerzetten. Dus we stonden als een stel Japanse toeristen te filmen en foto’s te maken! En in Puerto Rico hebben we ze weer zien optreden, evenals José Alberto, El Canario. Wat een artiest! Zoals hij zingt en tegelijkertijd zijn band dirigeert! Echt, er gaat niets boven live muziek, hoe goed de dj ook is!
José: Ik ben zo gek op live muziek, dat ik soms zelfs vergeet om te dansen. Ik kan helemaal opgaan in de interactie tussen de muzikanten. Ik begrijp dat het financieel niet altijd haalbaar is om een band te laten spelen, maar het is wel jammer.
María: Het is ook jammer dat veel mensen het niet waarderen. En dit soort orkesten die al zolang bestaan, die moet je steunen, want die mensen worden ouder en straks zijn ze er niet meer.
José: Maar ook de kleine bands verdienen onze steun. Want laten we reëel zijn: zonder muziek is er ook geen dans. En andersom wel, dus laten we waarderen wat we hebben. Laten we proberen om de grote namen nog te zien optreden, zolang het nog kan. En laten we talentvolle, opkomende bands steunen, anders hebben we straks geen nieuwe goede live muziek meer om op te dansen!
Special thanks to Marcos Szczurek. |