Met dat eerste album heeft Nederland de horizon voor Bonga geopend. Het heeft de relatie, de vriendschap versterkt en mogelijkheden voor optredens geboden, in Hilversum, Rotterdam… Dat waren mooie tijden. Maar alles is dus begonnen in Nederland.
In die tijd was er wel oorlog in uw land, tussen de PLA en UNITA. Heeft dat veel invloed gehad op uw muziek?
Jawel, in die zin dat er tegen beide partijen gezegd moest worden dat ze niet moesten vechten. Ze moesten een manier vinden om samen te leven, want ze hadden nu eenmaal samen maar één land. Er was genoeg plaats voor iedereen, dus ze moesten niet vechten. Dus in plaats van te zingen tegen de Portugese kolonisators, moest ik zingen om de onderlinge vriendschap te herstellen en het vechten te stoppen.
Hoe ziet u de toekomst voor Angola nu?
Voor mij is de toekomst van Angola allereerst verbonden met een goede organisatie van de Angolezen op alle niveaus. Ze moeten zich zo organiseren dat ze zonder problemen samen kunnen leven. Vooral omdat het een land is met olie, want als er ergens olie zit, dan wordt alles heel moeilijk. Want de hele buitenwereld wil de olie van Angola, en dat levert veel geld op. Dus wat er in de eerste plaats nodig is, is een heel goed beheer daarvan voor het volk, voor de jeugd, die behoefte heeft aan melk, scholen, ziekenhuizen en nog veel meer. En wat de contacten met de buitenwereld betreft, moet Angola vriendschapsbanden smeden op sociaal, cultureel, economisch en andere gebieden. Ze moeten een homogeen volk creëren, dat samen met het land kan groeien.
En denkt u dat uw muziek daarin een belangrijke rol kan spelen?
Jazeker, en niet alleen mijn muziek maar ook die van anderen. Als mensen in Afrika zingen dan vertellen ze er in de eerste plaats een verhaal. Als je een verhaal vertelt, dan geef je niet altijd de oplossing, want die ligt toch voornamelijk bij de mensen die alle gebeurtenissen beleven. Maar je doet toch min of meer een poging om de aanzet te geven voor een bepaalde benadering, om een zekere verstandhouding te creëren. Dus muziek is altijd belangrijk. Afrikanen zingen altijd, dansen altijd, uiten zich door te zingen, dus ook al geef je niet direct een oplossing, je kunt wel een bepaalde richting aangeven om meer begrip te kweken.
U heeft wel veel energie.
Ja, dat moet ook voor wat ik net heb gedaan. We hadden al een lekker zonnetje en met de podiumverlichting erbij, brengt dat de transpiratie wel op gang. Het was erg warm, maar ik ben in een warm land geboren en ik vind warmte heerlijk.
Zijn er veel andere Afrikaanse zangers met wie u graag eens zou optreden?
Ach, ik heb eigenlijk al met bijna iedereen opgetreden. Met Manu Dibango hebben we hele mooie dingen gedaan, met Miriam Makeba en andere artiesten. En als ik terugga naar Afrika, en ik kom aan in Angola, dan is het één groot feest waar geen einde aan komt. Ook werk ik mee aan albums van andere artiesten, want die zijn gek op mijn stem. Bijvoorbeeld Yuri Da Cunha, dat is een Angolees, en Cesaria Evora, van de Kaapverdische eilanden. Met haar heb ik de sodade gezongen, ook van de Kaapverdische eilanden. Er zijn er zoveel...
Dat is vooral vanwege uw stem, nietwaar?
Ja, die hese stem. Zonder die stem zou ik geen zanger zijn, denk ik. Als ik praat, dan klinkt mijn stem normaal, maar als ik ga zingen dan komt er een hees geluid uit, en dat is mooi. Zelf hou ik daar wel van en veel andere mensen ook.
Maar ook vanwege uw engagement en de teksten.
Ja natuurlijk, ook vanwege de teksten.
Schrijft u alle teksten zelf?
Ja, altijd. In de muziek ook, die horen bij elkaar.
Hoe heet het houten instrument waar u op speelt?
Dat is een dikanza. Je kunt niet de Angolese semba spelen zonder de dikanza.
Dus dat is een echt Angolees instrument?
Ja, absoluut! Het is oorspronkelijk een Angolees instrument en het is vandaar de oceaan overgestoken naar de andere kant van het Amerikaanse continent, naar Brazilië, voor de samba.
Maar deze klinkt wel anders.
Inderdaad!
En daar ligt de oorsprong van de dikanza? Waren werd dit instrument oorspronkelijk voor gebruikt? Alleen voor muziek of voor bepaalde rituelen?
Nee, alleen om muziek te maken en als begeleiding bij een specifiek ritme, dat de vader is van de Braziliaanse samba. Bij ons heet dat de semba. Dat is fantastisch, die geschiedenis.
Toen ik geboren werd was de dikanza er al. Ik heb geleerd erop te spelen. Wij waren thuis met negen kinderen en ik was degene die mijn vader begeleidde. Hij speelde op de accordeon een ritme, dat de rebita wordt genoemd, en ik speelde dan mee.
Kun je zeggen dat de dikanza samen met de accordeon bepalend is voor de muziek van Angola?
Nee, de accordeon wordt gebruikt voor een ander ritme, de rebita.
Dus de dikanza wordt normaal gesproken wel in de rebita gebruikt maar vooral in de semba. En in ander ritmes natuurlijk. Het is een instrument dat goed aansluit op de percussie, de conga’s. Voor ons zijn de conga’s zijn de ouders, de vader, de moeder, het ritme, de cadans, de pulsatie, het hart van de muziek.
En als u het kenmerkende basisritme van Angola moet beschrijven, wat is dat dan?
De semba! Puur en alleen de semba. Die is het meest verbreid, het meest bekend, het meest gespeeld, de semba!
|