"Om de gunst van het publiek"
Ze waren de slotact van de officiële afterparty van het Rotterdamse zomercarnaval. Om precies 22.00 uur gingen de poorten van de Haventerminal open. Daar zou het feestgewoel tot diep in de nacht worden voortgezet. Nu waren de optocht overdag en de afsluitende concerten op de Coolsingel het domein van de toeschouwer. De afterparty was daarentegen het domein van de danser. Wie nog puf had, kon zich in de ene zaal laven aan een mix van merengue, bachata en reggaeton. In de andere zaal heerste de salsa. Gerald y la Ritmica, brassbands en koninginnen fungeerden als voorverwarmer voor de slotact: Sonora Carruseles. De heren van dit orkest kwamen wat dat betreft in een gespreid bedje terecht. Eerlijk is eerlijk, hun optreden was geanimeerd. Maar het hoge tempo dat de heren aanhielden, maakte van de dansvloer een uitputtingsslag. Slechts weinigen konden het van het eerste tot het laatste nummer volhouden. Wie alleen hun platen kent, denkt al snel aan een kunstmatig studioproduct dat live nooit zou kunnen worden gereproduceerd. Mis. Het gezelschap blijkt stuk voor stuk uit geroutineerde artiesten te bestaan en live klinken zij precies zoals op de plaat. Dat is op zich een hele prestatie maar wellicht meteen ook een punt van kritiek. Salsakenners hebben er geen goed woord voor over. Toch doet dat aan hun populariteit niets af. |
Sonora Carruseles is namelijk zo'n typisch product van het Colombiaanse platenlabel Discos Fuentes. Dit label heeft voor elk genre wel een aantal artiesten onder contract staan. Deze brengen veelal volgens vast recept en aan de lopende band steeds weer nieuwe albums uit.
Zo kennen wij Sonora Dinamita voor cumbias, Los del Caney voor oude Cubaanse muziek, Fruko y sus Tesos voor uptempo salsa, Los Titanes voor romantische salsa, Alquimia voor het jaren vijftig Sonora Matancera-geluid en ja... Sonora Carruseles past prima in dit rijtje met salsamuziek uit de jaren zestig en zeventig. Hoewel zeker ook bedoeld voor de binnenlandse salsascène zijn de albums van deze formatie vooral bedoeld voor buitenlandse export. Door de redelijk goede internationale marketing van Discos Fuentes scoort elk album wel een aantal hits in binnen- en buitenland. Bij dat buitenland moet je aan buurlanden denken zoals Peru en Ecuador.
Ook scoren zij in de Verenigde Staten en op verschillende Caribische eilanden. Inmiddels begint ook Europa een aantrekkelijke markt te worden. Op dansscholen is hun vlotte pretentieloze dansmuziek als het ware in het lespakket "ingebakken". Bedenker van het concept achter Sonora Carruseles is Mario "Pachanga" Rincón, één van de stuwende krachten achter Discos Fuentes. Hij was het, die besefte dat aan het hele spectrum van muziek dat door Discos Fuentes werd aangeboden één schakel ontbrak. Hij miste de oude hits uit New York in de aanloop naar de "salsa boom" midden jaren zeventig. Samen met Diego Galé is deze Mario Rincón een idee voor een nieuwe band gaan uitwerken. Wat betreft het repertoire wilde hij zich overigens niet beperken tot alleen oude liedjes uit New York. Hij wilde het toch iets breder trekken met ook bekende liedjes uit die tijd uit Cuba, Colombia en Puerto Rico. De uiteindelijk geselecteerde liedjes werden op de beproefde Fuentesmanier bewerkt. Ze werden voorzien van een populair hedendaags arrangement en opnieuw opgenomen met de modernste opnametechnieken. Het eerste resultaat van deze samenwerking, het album "Espectacular", kwam in 1995 op de markt. Met hun bewerking van "Vitamina", een oud nummer van Noro Morales, scoorden zij meteen een hit. Het volgende album borduurde op dit succes voort. De meest in het oog springende tracks op dat album waren "Soy el Rey" en "Federico Boogaloo", oude nummers van de "koning van de boogaloo", de Panamese pianist Pete Rodriguez. Dit genre lijkt inmiddels hun handelsmerk te zijn geworden. Op alle volgende albums wordt namelijk steevast een prominente plaats ingeruimd voor zowel oude gecoverde als spiksplinternieuwe boogaloo´s.
Volgens trompettist Dante Vargas (Peru, 1972), reeds jaren muzikaal leider van Sonora Carruseles, is de groep inmiddels doorgegroeid van pure coverband naar een band met een evenwichtige mix van oude en nieuwe (eigen) nummers. Telde het eerste album slechts een enkel nieuw nummer, de laatste CD bestaat voor zeker 70% uit nieuwe nummers. Die nieuwe nummers moeten qua stijl en ritme natuurlijk wel aansluiten op de oude nummers waarmee zij worden gecombineerd. Nog steeds is het Mario Rincón die een grote vinger in de pap heeft. Hij bedenkt steeds weer nieuwe nummers voor het repertoire en geeft zijn instructies over hoe deze moeten klinken. Het is vervolgens aan Dante om deze ideeën verder uit te werken. Dit is zijn werk.
Hij wil daarin professioneel zijn, maar heeft er verder geen pretenties mee. Als geen ander weet hij wat Sonora Carruseles wel is en wat niet. Dante maakt dan ook haarscherp onderscheid tussen enerzijds zijn persoonlijke ambities en anderzijds zijn werk. Neigen die persoonlijke ambities richting jazz, zakelijk zoekt hij zijn toekomst in de salsa. In dat genre wil hij doorgaan. Voor een trompettist is zijn fascinatie voor jazz niet vreemd. Maar waar in Europa jazz decennia lang gemeengoed is, is het in Zuid-Amerika nog altijd vrij exclusief. Wat betreft de salsa, heeft Dante door de jaren heen een omvangrijke discografie opgebouwd. Het zijn vooral albums van Discos Fuentes met Fruko y sus Tesos, Sonora Dinamita, The Latin Brothers en Los Titanes. Toch werkt hij niet meer exclusief voor Discos Fuentes. In de Verenigde Staten werkt hij inmiddels ook samen met klinkende namen als Sergio George en Marc Anthony. Naast de albums voor Discos Fuentes valt zijn trompet daarom ook te beluisteren op albums voor andere labels. Zangers Harold Pelaez, Mariño Paz en Luis Ruiz zijn op het podium als een drieling. Toch komen zij uit alle windstreken van Colombia en hebben daardoor totaal verschillende achtergronden.
Harold Pelaez (1968) is geboren in Barranquilla, een grote havenplaats aan de Caribische kust van Colombia. Hij kan zich nog levendig voor de geest halen hoe zijn grootouders vroeger allerlei Cubaanse liedjes zongen. Zelf lag hij als kind op de grond voor de radio geobsedeerd naar andere liedjes te luisteren. Hij probeerde ze na te zingen en zich voor te stellen hoe het zou zijn wanneer hij op een podium zou staan en door een menigte te worden toegejuicht. Zijn ouders waren echter niet erg gecharmeerd van het idee dat hij muzikant wilde worden. Uiteindelijk heeft hij journalistiek gestudeerd. Desondanks is Harold vanaf zijn zestiende jaar professioneel muzikant en is hij al weer een jaar of zes aan Sonora Carruseles verbonden. Harold heeft als rechtgeaard Costeño een persoonlijke muzikale voorkeur voor de traditionele ritmes uit zijn geboortestreek zoals de cumbia. Hoewel hij zeker ook waardering heeft voor de moderne uitvoeringen van deze muziek, heeft Harold toch een lichte voorkeur voor de traditionele uitvoeringen waarin "la esencia del tambor" in doorklinkt.
De oudste van het gezelschap, Mariño Paz, is afkomstig uit de Noordelijke provincie Chocó. Opgroeiend in Medellín was er thuis altijd muziek om hem heen. Zijn moeder zong en zijn vader componeerde liedjes. Zelf zocht hij het eerst in een heel andere richting en haalde een universitaire graad in literatuur. Zijn professionele carrière is een synthese van wat zijn ouders graag deden: liedjes schrijven en zingen. Mariño is namelijk al weer zo'n 25 jaar als vocalist en componist verbonden aan het Discos Fuentes-label. Hij is vanaf het prilste begin bij Sonora Carruseles en zijn stem is op alle albums met deze groep te horen. De eerste vijftien jaar van zijn carrière heeft hij vooral traditionele muziek uit zijn geboortestreek gespeeld. Hij is echter al jaren bevangen door het salsavirus, met artiesten als Ismael Rivera, Andy Montañez en Oscar d'Leon als zijn grote voorbeelden. Toch is hij de laatste jaren wat minder eenkennig aan het worden want hij begint nu ook een beetje naar de bolero te trekken. En wat als het zingen niet meer gaat? Geen probleem; gewoon doorgaan met componeren. Luis Ruiz (1966) is afkomstig uit Buenaventura, de grootste havenplaats van Colombia aan de Stille Oceaan. Ook bij hem heeft zijn moeder veel aan zijn eerste muzikale vorming bijgedragen. Zij zong in allerlei orkesten die de traditionele muziek uit de streek, de currulao, speelden. Met een aantal van deze orkesten heeft zij zelfs - lang geleden - tournees door Europa gemaakt.
Maar het was niet alleen zijn moeder die hem vormde. Opgroeiend in een havenplaats met enerzijds een rijke eigen traditie maar anderzijds wijd open staande poorten waarlangs allerlei muzikale invloeden naar binnen konden stromen, werd hij gegrepen door de salsa van de Fania All Stars die uit New York kwam overwaaien. Het zijn vooral zangers als Hector Lavoe, Ismael Rivera en Ismael Miranda die hem tot voorbeeld strekken. Maar van alle Faniastemmen heeft Rubén Blades nog het meeste indruk gemaakt. Luis is ronduit gefascineerd door de boodschap die Rubén Blades zijn muziek heeft meegegeven en ook door de wijze waarop hij die teksten vertolkt. Luis is op zijn zestiende jaar aan het conservatorium in Cali gaan studeren. In de salsascène zong hij onder meer met Guayacán Orquesta. Onder de hand is hij al weer zeven jaar verbonden aan Discos Fuentes en zingt hij met groepen die aan dat label gelieerd zijn zoals Los Niches, Piper Pimienta, Fruko y sus Tesos en The Latin Brothers. Sinds zes maanden is Luis verbonden aan Sonora Carruseles. Allen ambiëren een kans van Fuentes om solo naar buiten te mogen treden. Pratend over hun achtergronden, idolen en toekomst, openbaart zich dat Colombia een eigen muzikale traditie heeft. Hoe populair de salsa in Cali en de rest van Colombia ook moge zijn, uiteindelijk is het niet meer dan een importproduct. De rudimentaire vormen van de salsa, met name de Cubaanse ritmes, hebben zich vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw via grote havenplaatsen als Barranquilla en Buenaventura over het land verspreid. Op vele plaatsen is vermenging opgetreden met de eigen lokale ritmes. Als salsa in zijn pure vorm blijkt het daar pas de laatste decennia gemeengoed te zijn geworden. In deze context is het niet verwonderlijk dat de salsahelden van de artiesten van Sonora Carruseles niet uit Colombia komen, maar uit Cuba, New York en Puerto Rico. Ook over hun toekomst met Sonora Carruseles zijn zij het met elkaar eens. Dat is aan het publiek.
Als alle mensen hebben zij de optie om onder de douche aria's te zingen en daar hun huisgenoten mee te vervelen. Maar zolang het publiek hen blijft vragen, hoeft dat niet en zullen zij terugkomen. |