Latin Emagazine
 
Het éérste online latin bladermagazine
in Nederland en België (v.a. dec 2009)

 
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op. Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
Spaans leren in Breda en omgeving?
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine!
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Het Latin Emagazine is helemaal gratis!
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Maximaal 1 bericht per maand
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven
 
 
Interview met: Sierra Maestra (Cuba)
In de reeks van "Interview met" heeft het Salsa Info team bestaande uit Otto & Kati van Helden (Lago Latino), André Lambeck & Caroline Bergwerf (Latin Emagazine) diverse nationale en internationale artiesten geinterviewd. (2004 t/m 2006)

Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview is gedateerd.
terug naar index alle edities van het Latin Emagazine
Datum: 29 oktober 2005
Waar: La Vida, Tilburg
Interview: Otto van Helden
Redactie: Caroline Bergwerf
Fotografie: Kati van Helden
Rubriek: Latin interviews
Otto van Helden
"Muzikale revolutie"
Op een continent vol generalísimo's, junta's en guerillero's mag een groepje muzikale rebellen niet ontbreken. Rebellen die zich afzetten tegen een gevestigde orde. Meestal eisen rebellen vernieuwing. In dit geval was eerder het tegenovergestelde het geval. Het was een appél aan tradities als reactie op de muzikale vernieuwingsdrift die destijds hoogtij vierde. Dat destijds waren de jaren zeventig in Cuba. Een periode waarin instrumenten zoals de elektrische bas en de synthesizer op grote schaal hun intrede in de Cubaanse muziek deden. De toen opgroeiende generatie zette alle bestaande conventies op hun kop. Een groep studenten wilde ook muziek maken maar niet met deze stroom meedrijven. Wat zij wilden brengen moest totaal anders klinken. Ze besloten terug te grijpen op de instrumenten en muziek van hun grootvaders, de muziek van de septeto's uit de jaren dertig. Het was in die tijd zeer gedurfd om tegenover jouw medestudenten te stellen dat een tres en akoestische bas minstens zo cool zijn als welke slag- of basgitaar dan ook. Ten lange leste heeft hun volharding een complete revival van deze in onbruik geraakte instrumenten en muziek teweeggebracht. Het absolute hoogtepunt van die revival is natuurlijk het succes van de Buena Vista Social Club.
Het is niet verwonderlijk dat de heren van Sierra Maestra - want daar hebben wij het over - ook met dat project het nodige van doen hebben gehad. Nu heet het, dat buideldieren zoals kangoeroes twee keer worden geboren. De eerste keer is vanzelfsprekend de natuurlijke geboorte. Het diertje komt echter niet zoals anderen stoer op eigen benen in de natuur te staan, maar nestelt zich veilig in moeders buidel. De tweede geboorte is het moment waarop die kleine kangoeroes voldoende moed hebben om die warme buidel te verlaten en dan toch op eigen benen gaan staan. Het verhaal rond de oprichting van Sierra Maestra is als het verhaal over de geboorte van zo´n kangoeroebaby. Voor wie er naar vraagt, wordt als oprichtingsdatum van het orkest 20 oktober 1976 aangegeven. Maar eigenlijk is deze datum een slag in de lucht. Niemand kan zich meer de precieze datum van de eerste repetitie herinneren. Het enige dat zij nog weten, is dat het ergens rond die 20ste oktober moet zijn geweest. Die datum is op Cuba namelijk el Día de Cultura Nacional, een feestdag waarop bijvoorbeeld het samen musiceren wordt gepromoot. De vriendenkring waaruit het latere Sierra Maestra is voortgekomen moet ergens rond die datum bevlogen aan de slag zijn gegaan. De moederbuidel voor deze muzikale kangoeroebaby was de universiteit waar zij in een beschermde omgeving konden optreden. Maar de datum waarop deze kangoeroebaby uit deze veilige buidel is gefloept en door salsaland is gaan hoppen, kunnen de heren zich herinneren als de dag van gisteren. Dat was maanden later. Op 26 december 1976 legden zij namelijk voor het eerst contact met hun grote voorbeeld, het Septeto Nacional de Ignacio Piñeiro.

Van alle sexteto's en septeto's die er zijn geweest, werd dit orkest door hen als het meest representatieve voor het genre beschouwd. Het klikte, en met name Rafael Ortiz en Lazaro Herrera, zanger/gitarist, respectievelijk trompettist van dit Septeto Nacional, ontfermden zich over hun adepten en onderwezen hen in de technieken en tradities. Zij werden hun belangrijkste leermeesters en de heren van Sierra Maestra zijn hier machtig trots op. De vriendenkring bestond uit een groepje studenten dat in Havana voor het merendeel studeerde voor ingenieur. Slechts enkelen van hen, Jesús Alemañy en Eduardo Himely, studeerden muziek aan het prestigieuze Amadeo Roldán. Sommigen van hen, zoals Juan de Marcos González en Eduardo Himely kenden elkaar al van kinds af aan. Als zoveel jongens in die tijd hadden zij zichzelf in een instrument bekwaamd en omdat in het kader van hun culturele vorming het maken van muziek werd gestimuleerd, hadden de meesten van hen al in orkestjes in de buurt of op school gespeeld. In muzikaal opzicht hadden deze de meest uiteenlopende achtergronden. Zo speelde bijvoorbeeld Juan de Marcos González in een rockband en José Antonio Rodríguez in een orkest dat zich toelegde op bolero's. De vrienden hebben heel wat afgepraat over hoe hun orkestje moest gaan klinken. Het moest kwaliteit hebben, dat stond voorop. Ook moest het duidelijk anders zijn dan wat de anderen deden. Op Cuba was er in die tijd veel aandacht voor stromingen als feelin en nueva trova. Tradities werden losgelaten omwille van het experiment. Maar hoe konden zij in dit klimaat anders dan anderen zijn? In de VS beleefde de salsa haar hoogtepunt, maar dit was niet direct datgene waar de heren aan dachten. In diezelfde periode ging er ook veel invloed uit van Braziliaanse muziek. Dit was niet aan Cuba voorbij gegaan. Uiteindelijk vatten zij daarom het plan op om samba te gaan spelen. Volgende stap was het krijgen van de benodigde instrumenten. Veel keuze was er niet. Op Cuba kom je dan al gauw uit op een set met claves, maraca's, bongó, tres enz. Maar ja, hoe ga je samba spelen met deze set instrumenten? Het was de vader van Juan de Marcos die de jongens overtuigde dat wanneer je zo'n set traditionele instrumenten bij elkaar hebt, je eigenlijk alleen traditionele Cubaanse muziek kunt spelen. Juan de Marcos' vader was indertijd sonero geweest. Hij hield van die traditionele muziek en wilde de jongens daar warm voor maken. Het leek hen allemaal verschrikkelijk oubollig en het hele idee sprak ze dan ook voor geen meter aan. Toch had zich door toedoen van de vader van Juan de Marcos een idee genesteld.

Na rijp beraad zijn zij inderdaad voor het idee van de traditionele muziek gegaan. Met het Septeto Nacional de Ignacio Piñeiro als het grote voorbeeld, gingen zij 10 man sterk aan de slag. Om die reden noemden zij zich heel bewust "Grupo" en niet "Septeto". Het zat 'm alleen in het aantal en niet in de stijl of de wijze waarop de muziek werd gespeeld. De nummers "Dónde estabas anoche" en "Bururu barara", beiden klassiekers van Inacio Piñeiro, werden noot voor noot gekopieerd. Ze hadden ruim twee maanden nodig om alleen deze twee nummers onder de knie te krijgen. De muziek van Septeto Nacional was tot dat moment zo'n beetje het exclusieve domein van de oudste generatie. Het had geen enkel appél op jongere generaties. Die waren volledig in de ban van het verkennen van de nieuwe mogelijkheden die allerlei elektrische instrumenten de Cubaanse muziek hadden gebracht. Wie er bij wilde horen, moest hieraan meedoen en niet op de proppen komen met muziek uit lang vervlogen tijden. Maar Sierra Maestra bleek een succesformule. Een instrument als de tres beleefde door Juan de Marcos een soort revival. De jeugd kreeg weer belangstelling voor dit instrument. Hetzelfde geldt voor Eduardo Himeley met zijn akoestische bas. Een imposant instrument dat toendertijd hooguit nog in kleine jazzcombo's werd gebruikt. Het dreigde overal te worden vervangen door de handzamere en minder nauw luisterende elektrische bas. De bijdrage van Sierra Maestra schuilt dan ook daarin, dat zij lieten zien dat het als jongere best wel cool kon zijn om met deze ouderwetse instrumenten op het podium te staan. De ommezwaai die zij veroorzaakten was revolutionair. Maar de omwenteling kwam natuurlijk niet van de ene dag op de andere. Pas vijf jaar na hun oprichting, in 1981, konden zij hun eerste elpee uitbrengen. Dit album kreeg de passende titel "Sierra Maestra llegó (con el guanajo relleno)" (Areito LD-3940). Eerst met dit album konden zij een breed publiek bereiken. Inmiddels is het jeugdige van Sierra Maestra er een beetje af geraakt. Gerijpt in de tijd, zijn het nu grijzende heren van middelbare leeftijd geworden. Waren zij zelf in het begin niet meer dan een kopie van hun voorbeeld, geleidelijk aan is dit losgelaten en is het orkest een eigen artistieke koers gaan varen. Als zeevaarders uit de Gouden Eeuw zijn zij nu al dertig jaar bezig de mogelijkheden van het vertrouwde septeto-concept te verkennen. Met name eind jaren tachtig, begin jaren negentig, is Sierra Maestra de strakke teugels van deze septetostijl gaan vieren. Zij wilden ook andere stijlen beproeven die binnen het bereik van hun orkest lagen. Er werd geëxperimenteerd, zowel met oude in onbruik geraakte instrumenten als met moderne instrumenten. Vervolgens doken er opnamen op met een marimbula (duimpiano) en de botija (kruik die, door erin te blazen, als bas wordt gebruikt), en in een nummer als bijvoorbeeld "La tintorera ya llegó" figureerde een elektrische gitaar. Door de jaren met allerlei veranderingen en personeelswisselingen heen is het geluid van Sierra Maestra vrijwel hetzelfde gebleven. Volgens de heren komt dit, doordat Sierra Maestra niet is gebouwd rond één specifieke artiest. Sierra Maestra is een collectief gebeuren waarbij de één de ander aanvult. Het uiteindelijke geluid van Sierra Maestra, hun "sonoridad", wordt in hoge mate bepaald door de arrangementen. Deze arrangementen zijn volgens hen eigenlijk het resultaat van de synergie binnen de groep. Het zijn collectieve ideeën die tijdens repetities spontaan opborrelen. Wanneer iemand afhaakt, blijft de ketting grotendeels in tact en wordt het werk gewoon voortgezet met hier en daar een vervangen schakel. Het vertrek van bijvoorbeeld Juan de Marcos González en Jesús Alemañy had daarom minder impact op de achterblijvers dan het lijkt.

En wat betreft de arrangementen? Uiteraard zal één van hen het eindresultaat van de collectieve inbreng moeten opschrijven en uitwerken. Bij de oudere albums duiken in dat verband vrij frequent de namen op van Juan de Marcos González en Jesús Alemañy. Op de laatste albums zien wij steeds vaker Eduardo Himely als arrangeur vermeld staan en inderdaad ook wel eens de groep als geheel. Tegenwoordig bestaat Sierra Maestra uit 9 man. De naam van de groep verwijst naar de streek waar de hoofdschotel van hun repertoire, de son, oorspronkelijk is ontstaan: het Sierra Maestra gebergte in Oriente. Nadat deze muziek zich over het hele eiland is gaan verspreiden, ontstonden regionale varianten met specifieke kenmerken. Nu komen de leden van Sierra Maestra uit verschillende provincies. Deze gemêleerde samenstelling van Sierra Maestra maakt dat hun muziek niet aan een specifieke streek of stijl gebonden is. Ze omschrijven het als een neutrale mix. Trots meldden de heren tijdens het interview dat de groep nog zes leden van de oorspronkelijke bezetting telde. Amper een week na het gesprek komt daar op dramatische wijze verandering in. In Kopenhagen (Denemarken) kreeg zanger José Antonio Rodriguez een uur na het afsluiten van het laatste optreden in het kader van dit Europese tournee een hevige astma-aanval gevolgd door een hartaanval. Hij werd direct opgenomen in een ziekenhuis maar daar werd een tweede hartaanval hem fataal. José Antonio Rodríguez was klein van stuk maar zijn stem was groot. Hij gaf een bijzonder timbre aan de opnames van de groep. Het zal daarom niet eenvoudig zijn een waardige vervanger te vinden voor deze schakel in de Sierra Maestra-ketting.
Sierra Maestra (Cuba)
Interview met Sierra Maestra
 
Sierra Maestra
Wie: - Eduardo Himely, 1954, Havana (directeur, bas)- José Antonio Rodriguez, 1953, Holguín (vocalist, gitaar)- Alejandro Suarez, 1955, Havana (bongocero)- Carlos Puisseaux, 1954, Guantanamo (güiro en handpercussie)
 
Sierra Maestra (Cuba)
 
Sierra Maestra (Cuba)
 
Sierra Maestra (Cuba)
 
Sierra Maestra (Cuba)
 
Sierra Maestra (Cuba)
 
Sierra Maestra (Cuba)
 
Sierra Maestra (Cuba)
Copyright: De inhoud van deze pagina, de daarin opgenomen gegevens, afbeeldingen, geluiden, teksten en combinaties daarvan en de programmatuur zijn beschermd door auteurs- en databankrechten. Deze rechten berusten bij Salsa Info/Latin EMagazine. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin EMagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren.
 
© Latin-Emagazine.com is een uitgave van Salsa Info.nl - Breda - K.v.K. 17185253 | privacy | disclaimer | cookies | adverteren