Onafhankelijk van elkaar vergeleken twee mensen backstage haar met Celia Cruz. Niet zozeer vanwege haar stem of muziek. Het was die energie en intensiteit op het podium…
In Perú heeft ze natuurlijk al zo'n beetje alles bereikt wat er te bereiken valt. Niet zo lang geleden heeft ze de Verenigde Staten met haar laten kennismaken. Nu dus is Europa aan de beurt. In droge cijfers zou Peru demografisch zijn samengesteld uit 45-50% indianen, 35-40% mestiezen en 12% blanken. De resterende procenten is een restgroep bestaande uit creolen, mulatten en ongeveer circa 10.000 Japanners en Chinezen. Om tot de elite te behoren, moet je afstammeling van de oude Spaanse adel zijn. Aan de andere kant van de sociale ladder staan de creolen en Afro-Peruanen. Voor deze groep valt in de Peruaanse maatschappij nog steeds veel te emanciperen. Maar curieus genoeg staan juist de Afro-Peruaanse cultuuruitingen in hoog aanzien.
Met name música negra wordt hoog aangeslagen en de regering spant zich in de wortels van deze muziekcultuur vast te houden. Peru Negro is daarvan een mooi voorbeeld. De leden van deze groep zijn door de regering officieel benoemd tot "Ambassadeurs van de Peruaanse cultuur". Ook wordt van overheidswege zorggedragen dat deze muziek wordt onderwezen in scholen, academies en balletscholen. Het brengen van deze muziek is daarom al lang geen politiek statement meer. Wanneer je als Afro-Peruaan sociale erkenning wilt krijgen, zal je vandaag de dag naar andere middelen moeten grijpen. Eva Ayllón vat het aldus krachtig samen: in Peru gaan politiek en religie niet samen met muziek. Waar op Cuba en andere Caribische eilanden de Afro-cultuur door taal, kunst en religie naar bepaalde streken en stammen aan de Westkust van Afrika te herleiden valt, is het daarvoor in Peru volgens Eva Ayllón te laat. Wat van Afrikaanse origine is, laat zich natuurlijk duidelijk herkennen. De percussie-instrumenten zijn daarvan een treffend voorbeeld. Maar door vermenging en tijd vallen de verschillende stammen echter niet meer te traceren. Niettemin kunnen parallellen worden getrokken tussen Cubaanse en Afro-Peruaanse muziek. Zo is de Peruaanse landó sterk verwant aan de Cubaanse son en de Peruaanse festejó aan de Cubaanse guaguancó.
Eind jaren vijftig, begin jaren zestig is sprake van een krachtige opleving van de Afro-Peruaanse muziek. Het zijn met name Nicomedes Santa Cruz (zie plaatje links) en zijn zuster Vistoria Santa Cruz die dit reveil bliezen. Het is de periode waarin Chabuca Granda haar eerste triomfen vierde. Het is hun muziek die Eva in haar kindertijd hoorde en bij haar iets los maakte waardoor zij later hetzelfde wilde doen. Maar wat te doen als kind wanneer je zeker weet dat je voor de muziek bent voorbestemd maar je ouders daar niets in zien? Zie hier het eerste probleem waarvoor Eva Ayllón zich zag gesteld toen zij er voor zichzelf achter kwam dat zij later wou zingen. Haar ouders waren duidelijk meer gecharmeerd van de gedachte dat zij een echt vak zou leren en dus volgde ze een verpleegstersopleiding. Het was dus niet haar vader of moeder die haar stimuleerde haar droom te verwezenlijken maar haar oma. Zij was het die haar vanaf het begin onvoorwaardelijk heeft gesteund. Het gevolg van dit alles is wel dat zij in de aanloop van haar carrière geen enkele muzikale opleiding heeft genoten. Eerst na 10 jaar professioneel zingen heeft ze haar eerste zangles genomen. Haar lerares wilde echter haar tijd niet aan Eva verspillen; haar stem was inmiddels al zo gevormd dat het z'n karakter zou verliezen als zij eraan zou schaven.
Tegenwoordig neemt ze 2 maal per jaar les om haar stem goed te verzorgen om te leren deze goed te blijven gebruiken. Ze heeft geluk want ze hoeft niet eens in te zingen en kan zo het podium opstappen. Eva maakte haar professionele debuut op haar vijftiende.
Ze kon optreden in een TV-programma en moest daarvoor haar "Carné de artista" halen. Het was de eerste keer dat ze werd betaald en van het geld is ze na afloop met haar oma kip gaan eten. Ze brak door toen ze werd gevraagd met het trio Los Kipus te gaan zingen. Ze zou van 1976 tot 1978 aan dit muziekgezelschap verbonden blijven en met hen ook een enkele plaat opnemen. Het repertoire bestond uit koloniale muziek en wat Eva echte música criolla noemt. Eva stond nog aan het begin van haar carrière en moest haar eigen weg nog vinden. Ze wou niet verder de diepte in maar wilde zonder de tradities los te laten nieuwe wegen inslaan. Eva wilde dezelfde música negra, música criollo, polkas en walsen beter verteerbaar te maken voor een jongere generatie.
Zij zocht naar een nieuw soort fusionmuziek waarin bijvoorbeeld ook Europese elementen aan zouden bod komen. In 1980 brengt ze moedig haar eerste soloalbum uit: "Eva...Ayllón". Het moet indertijd als een soort cultuurschok zijn overgekomen. De kritiek was niet van de lucht. Maar deze kritiek is gaandeweg verstomd en omgeslagen in euforie. Geen slecht woord meer over Eva; ze wordt op handen gedragen. De ooit zo bekritiseerde muziek spreekt aan en wordt vandaag de dag veel gekopieerd. Eva weet zich tijdens haar veroveringstocht naar Europa gesteund door haar band. De muzikanten zijn allen Peruanen en onder de hand werken zij al tien jaar in deze samenstelling samen. Daarnaast horen wij in het coro nog haar jongere zuster Rosa zingen. Door de liefde woont Eva sinds kort in New York. Deze stap betekent voor haar geen afscheid van de band. Voordat ze die stap zette heeft ze namelijk plechtig moeten beloven nog minstens een zelfde periode met elkaar te zullen doorgaan. Eva's optredens zijn intensief en energiek. Ze houdt er echter rekening mee dat wanneer de jaren gaan tellen ze het iets rustiger aan zal moeten doen. Niet door minder optredens, maar door aanpassingen in het repertoire.
Maar zover is het nog niet. Artiesten als
Celia Cruz zijn voor haar het bewijs dat je nog lang kunt doorgaan. Wat dat betreft hoopt ze eigenlijk op dat kleine beetje geluk dat nodig is om haar muziek dezelfde impact te laten hebben als de muziek van deze Cubaanse diva. Of Eva dat zal hebben? De tijd zal het ons leren.