|
|
|
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op.
Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
|
|
|
|
|
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine! |
|
Het Latin Emagazine is helemaal gratis! |
|
Maximaal 1 bericht per maand |
|
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox |
|
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven |
|
|
|
|
|
Interview met: El Nene (Cuba)
Musica Cubana, "Sons of Buena Vista"
In de reeks van "Interview met" heeft het
Salsa Info team bestaande uit
Otto & Kati van Helden (Lago Latino),
André Lambeck & Caroline Bergwerf
(Latin Emagazine) diverse nationale en internationale artiesten geinterviewd. (2004 t/m 2006)
Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview
is gedateerd. |
|
Datum: juni 2005 |
Waar: Tivoli, Utrecht |
Interview: Otto van Helden
|
Redactie: Caroline Bergwerf |
Fotografie: Kati van Helden
|
Rubriek: Latin interviews |
|
|
"Het pad van Elegguá"
Wie de recente producties uit Cuba bijhoudt, ziet zijn naam steeds vaker opduiken: El Nene (1960). Vrij vertaald betekent deze weinig flatteuze bijnaam voor Pedro Lugo Martínez "het papkindje". Hij kreeg hem van zijn broers die hem zo spottend noemden omdat hij langer dan de anderen door zijn moeder werd gezoogd. Ja, hij blijkt nog steeds een bijzonder innige band met zijn moeder te hebben. Maar neen, hij blijkt alles behalve een papkindje te zijn.
Van boxer tot rumbero, zonder enig compromis laat hij zich in de ring en op het podium gelden als geen ander. |
|
Hoewel zijn ster steeds verder stijgt, zijn hem sterallures vreemd. Achter de coulissen toont hij zich iemand met een innemende, bescheiden persoonlijkheid die de dingen neemt zoals ze komen. Wellicht heeft het te maken met de hand van Elegguá. Als overtuigd Santero is El Nene er namelijk van overtuigd dat hij in zowel zijn gezondheid als zijn levenspad wordt gestuurd door deze Orisha. De ketting om zijn pols met zwart met rode kralen had eigenlijk al verraden dat hij iets met specifiek deze Orisha heeft. Daarbij is el Nene zich heel bewust van zijn Afrikaanse afkomst.
Geboren in een eenvoudige familie in een volksbuurt in Havana, leefde hij niet alleen in het hart van de ware rumba maar is hij ook uit en te na bekend met alle Afro-Cubaanse gebruiken en religies. In de film "Musica Cubana - Sons of Buena Vista -" maakten wij kennis met zijn moeder. Haar bijdrage aan El Nene's muzikale opvoeding blijkt die van haast elke Cubaanse moeder te zijn: het zingen van allerlei boleros. Zij was dol op de muziek van Vicentico Valdés en zong zijn hele repertoire. Wanneer de hele familie samenkwam en nog niet de rumba klonk, dan was zij het die op deze feesten iedereen met haar liedjes zou vermaken. El Nene en zijn broers haalden bij zulke gelegenheden de tumbadoras en cajones tevoorschijn en speelden er met de familie op los. In huis was dan ook altijd wel ergens muziek te horen. El Nene's moeder was voor haar kinderen streng en veeleisend. Haar bijdrage schuilt hoofdzakelijk daarin, dat zij El Nene's karakter heeft gevormd en de normen en waarden heeft bijgebracht die hij op zijn levenspad hanteert. El Nene beschrijft zichzelf als een dondersteen en dat zijn moeder in dat opzicht heel wat met hem te stellen heeft gehad. Aanvankelijk ambieerde El Nene een carrière in de sport. Hij was boxer maar kreeg blessures die het hem onmogelijk maakte hier nog langer mee door te gaan. Op zijn beide schouders zijn nog steeds de grote littekens te zien. Het was de broer van zijn moeder, de vroeg overleden Roberto Nuñez Povea, die zijn muzikale talent ontdekte en hem stimuleerde om dit te ontwikkelen.
Deze oom was indertijd een gevierd componist en vele grote artiesten hadden zijn liedjes in hun repertoire. Hij kende iedereen in de business en vele artiesten van naam waren huisvrienden. Met die contacten opende hij allerlei deuren voor zijn protégé. Hij introduceerde hem bij allerlei orkestleiders. En lang voordat hij zich professioneel muzikant mocht noemen, had deze oom bijvoorbeeld al geregeld dat El Nene bij opnamesessies van Orquesta Monumental in het coro mocht meezingen. Terwijl het nog jaren zou duren voordat hij zijn eerste professionele optreden zou hebben, had El Nene dankzij z'n oom al aan een hele reeks opnamen meegewerkt. Maar de studie om beroepsmuzikant te worden was toch echt iets wat hij zelf moest doen. Dat blijkt in zijn geval een moeizaam gebeuren. Uiteindelijk kwam hij terecht op de Escuela Ignacio Servantes en wist daar het basisniveau te halen. Maar voor het volgende niveau moest hij één jaar voor het eindexamen afhaken; het vele reizen brak hem op. Uiteindelijk is hij op zijn twintigste professioneel aan de slag gegaan.
Zijn professionele debuut maakte hij bij Sorpresa Habanera.
Zijn oom had echter aan wat touwtjes getrokken, waardoor hij de overstap naar Conjunto Cubavana kon maken. Welgeteld zou hij een jaar met dat orkest spelen om daarna met Chappottín y sus Estrellas te kunnen gaan zingen.Dit orkest fungeerde in de vijf jaar dat hij er aan verbonden is geweest als een belangrijke leerschool. Van Chappottín y sus Estrellas maakte hij de overstap naar het Conjunto Clave y Guaguancó. Hij had bij benadering een jaar of vijf met dat orkest gezongen toen hij de overstap maakte naar het kwintet van Tata Güines. Met diens kwintet heeft hij aan tal van opnamen meegewerkt. Op een gegeven moment werd hij echter benaderd door Ernesto Reyes voor een nieuw idee van hem: met een traditioneel septeto op een meer hedendaagse manier de Cubaanse muziek benaderen. Ernesto kreeg er de juiste mensen voor bij elkaar en het idee werd werkelijkheid. Diens "Jóvenes Clásicos del Son" zijn revolutionair geworden in hun benadering van Cuba's aloude muzikale tradities.
El Nene is tot op de dag van vandaag aan dat orkest verbonden. Hoewel zijn vaste stek dus de microfoon is bij Los Jóvenes Clásicos del Son, zien wij zijn naam bij de meest uiteenlopende projecten opduiken. Zo is hij te horen op het eerbetoon van Manolito Simonet aan Lili Martinez Griñan en op het eerbetoon van Las Estrellas de Areito aan Faustino Oramas. Verder is hij te horen op albums van Jane Burnett. Laatst nog was hij als percussionist te horen met Bana Congo, het opvallende project met de Congolese gitarist Papa Noel en de Cubaanse tresero Papi Oviedo. Maar veruit de meesten van ons hebben hem in de film "Musica Cubana - Sons of Buena Vista" de boleros voor zijn rekening zien nemen. En Nene profileert zich met dit alles veelzijdig. Zelf merkt hij daarover op dat hij voor alles openstaat. Van elk project blijft wel iets hangen en dat ziet hij als verrijking. Alles wat op zijn pad komt en hem bevalt, grijpt hij dan ook met beide handen aan. Toch verraadt de lyrische wijze waarop hij over boleros spreekt het genre waarmee hij de grootste affiniteit heeft. Is het wellicht de echo van de liedjes die zijn moeder ooit voor hem zong?
Volgens El Nene kan je in een bolero meer dan in enig ander genre je gevoel laten spreken. Alleen met dit genre kan je de ziel van een ander beroeren zonder het ook daadwerkelijk aan te raken. Ondanks zijn uitstapjes en voorkeur voor boleros voelt hij geen enkele aandrang om een eigen orkest te beginnen. Zijn passie is zingen. Het hebben van een eigen orkest brengt allerlei beslommeringen met zich mee waar hij zich liever aan onttrekt. Op Cuba is een bekend gezegde dat goede zangers niet worden gemaakt maar worden geboren. Je hebt jouw gave dus gekregen. Daarna is het kennelijk 't pad dat Elegguá voor je uitstippelt of het ook werkelijk iets wordt.
Wat dat betreft ben je volgens El Nene pas écht groot wanneer jouw naam niet meer wordt vergeten. Hij is dan ook groots met zijn rol in de film "Musica Cubana - Sons of Buena Vista -". Zelf heeft hij geen enkele aspiratie om filmster te worden. Maar het simpele feit dat zijn gezicht in deze muziekfilm metersgroot op het filmdoek wordt geprojecteerd, maakt hem vanaf heden in zekere zin onsterfelijk. Dit nu is precies wat hij uiteindelijk wil bereiken. Het brengt ons bij de namen die in El Nene's geheugen staan gegrift. Onvermijdelijk wordt als eerste Beny Moré genoemd. Maar hij bewondert ook Miguelito Cuni. Met name deze laatste is voor El Nene een bron van inspiratie geweest. De andere namen die hij noemt, zullen vermoedelijk samenhangen met zijn fascinatie voor boleros: Omara Portuondo, Elena Burke, Beatriz Márquez en Moraima Secada.
Tenslotte noemt hij Tito Gómez (zanger Riverside Orchestra) en zanger/percussionist Rolando LaSerie. Onder het hoofdstukje niet-Cubanen noemt hij de namen van Oscar d'Leon, Andy Montañez en Rubén Blades (in zijn vroegere periode wel te verstaan). In El Nene ontmoetten wij een rumbero pur sang. Als percussionist of vocalist, het is hem om het even. Ondanks zijn vierenveertig jaar, beschouwt hij zichzelf nog als "jonge" generatie. De samenwerking met een artiest als Pio Leiva gaf gestalte aan tot dan toe onbestemde indrukken over zijn eigen toekomst. Zo wil hij ook worden. Dat tegen hem door jong en oud wordt opgekeken en dat over hem en zijn muziek wordt gepraat. Wat dat betreft is dit artikel een eerste aanzet.
|
|
|
|
Caroline, El Nene (Cuba) & Otto |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Copyright: De inhoud van deze pagina, de daarin opgenomen gegevens, afbeeldingen, geluiden, teksten en combinaties daarvan en de programmatuur zijn beschermd door auteurs- en databankrechten. Deze rechten berusten bij Salsa Info/Latin EMagazine. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin EMagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|