"Buitenbeentjes"
Je zou maar door je ouders worden vernoemd naar een beroemd artiest en dan uiteindelijk zelf met een microfoon op het podium je brood staan te verdienen. Toch is dit in een notendop het verhaal van Karel Méndez Delgado, één van de zes stemmen die samen de Cubaanse a capella formatie Vocal Tempo vormen. Bij een Cubaan die Karel heet, ga je doorvragen en dan blijkt hij te zijn vernoemd naar de Tsjechische tenor Karel Gott. |
Maar waar deze Karel Gott uiteindelijk is blijven hangen bij het zingen van Duitse schlagers, zingt onze Karel "trompet" of, wanneer het zo uitkomt, "trombone" en nog wat instrumenten die gewoonlijk worden gespeeld en niet gezongen. En dat was precies de bananenschil waar ik die avond over uitglee. In gesprek met de manager van de groep zit ik met mijn rug naar het podium toe. Daar wordt op dat moment de soundcheck gehouden. Op een gegeven moment wordt ons het spreken onmogelijk gemaakt door een trompetsolo die door de ruimte schalt. Wanneer ik daar een opmerking over wil maken en omkijk, is in geen velden of wegen een instrument te bekennen. Er is alleen een man te zien met een microfoon in zijn hand.
Ik moest om mezelf lachen. Dit was nu juist waar ik op af was gekomen: een a capella-formatie die zich toelegt allerlei instrumenten zo authentiek mogelijk te laten klinken en samen een volwaardig Cubaans orkest te vormen. Zes menselijke kelen laten klinken als een volwaardig orkest. Het lijkt een bizar verhaal maar Vocal Tempo draait er de hand niet voor om. Schijnbaar moeiteloos werken zij een repertoire af dat uiteenloopt van all time klassiekers als "In the mood" en "Rock around the clock" tot allerlei Cubaanse nummers als "Bayamo en coche" en "Melao de caña". Met romantische bolero's en ranchera's tot populaire dansritmes als son en cha-cha-chá brengen zij voor elk wat wils. Er staat zelfs pop en reggae op het programma.
Vijf van de zes studeerden ooit keurig als het hoort een bepaald muziekinstrument aan de universiteit van Havana. Dit kreeg een wending toen zij daar werden geconfronteerd met een optreden van Vocal Sampling. Geïnspireerd door dit optreden gingen zij zelf aan de slag en dat resulteerde in maart 1994 in de oprichting van Vocal Tempo. Eerst nog een schuchter probeerseltje, maar met vallen en opstaan groeiden zij door om uiteindelijk in 1998 officieel de status van professioneel "orkest" te krijgen. In de loop van de tijd heeft binnen het orkest slechts een enkele wisseling plaatsgevonden. Het was enige tijd met vijf leden een kwintet maar door toevoeging van Jorge Rodriguez Cabrera, tot dan toe wiskundeleraar, opereert het de laatste jaren toch weer als sextet. Doordat een aantal keren medewerking is verleend aan albums van andere (echte) orkesten is de indruk ontstaan dat Vocal Tempo een combinatie zou zijn van akoestische en vocale instrumenten.
Niets is minder waar. Het zijn en blijven zes heren met alleen zes grote monden. Het orkest dat Vocal Tempo vormt, is volgens manager Cristobal Reyes Legrá een "sonora". Het benaderen van het specifieke geluid van dit soort orkesten vergt speciale arrangementen en harmonieën. Naast de vanzelfsprekende ritmesectie, bas en piano of tres, is er een blazerssectie met twee of drie trompetten. De verdeling van deze instrumenten over de leden van het orkest heeft niets te maken met het instrument dat zij oorspronkelijk studeerden. De gekozen verdeling heeft alles te maken met ieders individuele vocale mogelijkheden. Overigens is het specifiek de blazerssectie waarop de heren van Vocal Tempo zich hebben vastgebeten om zich te onderscheiden van andere vocale orkesten.
Naast techniek draait het daarbij natuurlijk ook om repertoire. Dat bestaat niet alleen uit bekend werk van anderen maar ook uit door hen zelf speciaal voor dit soort muziek geschreven composities.
Vocal Tempo en Vocal Sampling zijn als a capella groepen niet uniek; er bestaan momenteel op Cuba zeker 10 van dergelijke "orkesten". Nader beschouwd blijkt Cuba een lange traditie in dit genre te kennen met groepen als Los Zafiros en Gema Cuatro. Als kindjes van hun tijd was de stijl van die groepen geïnspireerd door Amerikaanse Doowop en Close Harmony.
De nieuwste lichting Cubaanse a capella groepen blijkt echter een merkwaardig fenomeen. Door een curieuze gebeurtenis is eind jaren tachtig een specifiek Cubaans idioom in dit genre ontstaan. Tijdens een soort bonte avond ter afsluiting van een studentenuitwisselingsproject trakteerde een groep van zes studenten hun buitenlandse gasten op vocaal geïmiteerde Cubaanse muziek. Deze geïmproviseerde act sloeg in als een bom en kreeg een onverwacht vervolg. Die studenten besloten het namelijk te perfectioneren en er mee door te gaan. Vocal Sampling en daarmee ook een nieuwe Cubaanse vocale muziektraditie was een feit. Hun voorbeeld kreeg navolging en Vocal Tempo is daarvan een sprekend voorbeeld. Wie tussen deze orkesten een moordende competitie zou verwachten, komt bedrogen uit. Eerder het tegendeel lijkt het geval. Er is sprake van een grote onderlinge verbondenheid en het heeft er veel van weg dat zij binnen de muziekindustrie een aparte clan vormen. Nationale en internationale festivals voor a kapella muziek blijken een soort ruilbeurs te zijn waar technieken, composities en arrangementen onderling worden uitgewisseld. Maar niet alleen op dit soort festivals en onder elkaar.
Voor Vocal Tempo is hun kunst en kennis een soort estafettestaf. Ooit hebben zij die staf zelf aangereikt gekregen en nu zoeken zij naar mogelijkheden die staf op hun beurt door te geven. Op Cuba hebben zij inmiddels jaren hun kunsten aan een nieuwe lichting muzikanten gedoceerd. Daarnaast bestaan hun tournees tegenwoordig niet alleen uit optredens, maar ook uit een educatief gedeelte met workshops. Een bekend probleem met orkesten is het regelen van de vervanging. Door allerlei omstandigheden kan iemand in de bezetting ontbreken. Om de kwaliteit van het orkest te garanderen, hebben goede orkesten vaak een soort "schaduworkest". Voor elke positie is er een vaste vervanger die bekend is met het repertoire en met wat er van hem op die plek wordt verwacht. Het vergt over het algemeen een hele organisatie en veel hoofdbrekens. Maar wat te doen met een a capella orkest?
Daarvoor liggen de trompettisten, percussionisten en pianisten niet bepaald voor het oprapen. Een griepje, verkouden of gewoon een schorre keel en het orkest ligt op z´n gat! Zoals viel te verwachten, blijken de leden van Vocal Tempo geen vervangers te hebben. De manager meldt trots dat zij desondanks tot op heden geen optreden hoefden af te zeggen. Maar eerlijk is eerlijk, het heeft hen op gezette tijden wel voor problemen gesteld. Zo dreigde de gevolgen van een openstaand raam tijdens een tournee door Duitsland een optreden de das om te doen. En dan tijdens een optreden in Spanje. Toen kon Luis Sotolongo, de "percussionist" en "trombonist", plotseling midden in een nummer de juiste toonhoogte niet meer halen.
Hoe je in te dekken voor dit soort bedrijfsrisico's? Met de planning van hun tournees blijken ze er al een beetje rekening mee te houden. Lang in de zomer en kort in de winter om de kans op een griepje zo klein mogelijk te houden. Verder blijkt aan elk optreden een zorgvuldige planning van nummers vooraf te gaan. Het volledige repertoire bestaat uit zo´n 30 nummers waaruit voor elk optreden een keuze wordt gemaakt. Wanneer bekend is dat iemand problemen heeft met zijn keel, dan wordt daar met de keuze zo veel mogelijk rekening mee gehouden om zijn keel te ontzien. Verder kan er met posities worden geschoven omdat deze tot op zekere hoogte uitwisselbaar zijn. Maar wanneer opeens midden tijdens een optreden blijkt dat het niet gaat, zoals met Luis Sotolongo, dan komt het aan op samenspel en improvisatietalent.
Luis loste het op door zijn partijen met een ander instrument te "spelen" die zijn keel op dat moment wel aankon.
De groep speelde er op in en niemand bij het publiek die het merkte. Voor ons Westers publiek blijft het een vraag of deze muziek moet worden gezien als kunst of als pretentieloos amusement. Zelf kunnen ze daar geen uitspraak over doen. Enerzijds blijkt hun muziek door Cubaanse radiostations in de reguliere muziekprogramma's te worden gedraaid. Anderzijds worden zij er door de Cubaanse televisie uitgelicht en een aparte behandeling gegeven. Dat was in een serie van twaalf afleveringen, speciaal geweid aan groepen met a kappella muziek. In elke aflevering werd een bepaalde groep centraal gesteld en zo kwam er dus ook een special over Vocal Tempo. En dit is precies het curieuze aan Vocal Tempo.
Het is niet alledaags wat zij doen en daardoor zijn het buitenbeentjes. Maar het uiteindelijke resultaat is opmerkelijk alledaags. Zij gedragen zich bij dit alles zo gewoon, dat dit juist daardoor opvalt. Het is alsof zij het Nederlandse gezegde: "doe maar gewoon, dan ben je al gek genoeg" tot lijfspreuk hebben verheven. Het maakt hen in onze ogen meer dan sympathiek.
|