"Ondanks schipbreuk op weg naar internationale wateren"
Het is tekenend voor de ambities van TUNE dat dit Antilliaanse orkest naar buiten treedt met een manager. De geestelijk vader van dit orkest, Tico Libiee wil dit orkest meer laten zijn dan alleen een lokale band. Samen met manager Robert "Paco" Nahr sleutelen zij aan een internationaal concept.
Dit concept heeft inmiddels het "ritmo TUNE" opgeleverd, een amalgaam ritme waarin zowel Antilliaanse als Cubaanse en andere populaire ritmes uit de Cariben zijn verwerkt. |
Het is een nieuw geluid dat er uitspringt en wordt opgemerkt, getuige de spontane reacties van het publiek tijdens het Belgische Polé Polé Beach Festival. TUNE is op het eerste gezicht zoals vele andere orkesten op de Nederlandse Antillen. Oorspronkelijk begonnen als een vijftienkoppig orkest, dan volgde een periode met elf man en nu alweer lange tijd met veertien man. Vrijwel alle leden van het orkest zijn beroepsmuzikant. Anders dan bij Cubaanse orkesten waarvan de leden over het algemeen aan het conservatorium zijn geschoold, hebben deze muzikanten hun stiel in de praktijk moeten leren. Ook de platenproductie ligt hoger dan bij de bekende orkesten op Cuba, New York of Colombia. Naar zeggen van orkestleider Tico Libiee (1968) vanwege de beperkte omvang van de muziekscène op de eilanden. De muziek op de hitlijsten moet zich door het jaar heen kunnen "verversen" en dit is niet mogelijk wanneer alle groepen slechts één enkel album per jaar zouden uitbrengen.
Tico draait al heel wat jaartjes mee. In de tijd dat Juan Luis Guerra internationaal furore maakte met zijn formatie 4.40, probeerde Tico samen met Jesús Martínez aandacht te trekken met hun band "Orkesta 220". Deze formatie bleek slechts een kort leven beschoren en tijden lang was Tico vaste zanger van GIO, een in de meest letterlijke zin toonaangevend orkest op de Nederlandse Antillen. Maar Tico´s ambities reikten verder. Hij wachtte alleen tot het moment waarop hij zich er "klaar" voor zou voelen: een eigen band die op het hoogste niveau zou meespelen. Over de wijze hoe hij dat aanpakte, is zijn toelichting op de naam "TUNE" veelzeggend. Het verwijst namelijk niet alleen naar het afstemmen van een radio op de juiste frequentie, overdrachtelijk dus voor het afstemmen op het juiste orkest, maar ook naar het zorgvuldig zoeken en selecteren van de muzikanten voor het orkest.
Tico wou alleen de besten en luisterde zorgvuldig bij andere orkesten naar wie hij voor zijn eigen orkest het meest geschikt achtte. Deze muzikanten werden vervolgens benaderd en geworven.
Gewetenswroeging over dit ronselen bij collega-orkesten heeft hij niet; zo gaat het nu eenmaal in dit wereldje toe. December 1999 was het allemaal rond en een maand later, op 28 januari 2000, trad hij voor het eerst officieel naar buiten met een eigen orkest. Voor zichzelf stelde hij als doel dat het orkest binnen 6 maanden een tournee door Nederland moest maken. Hij heeft zich aan zijn eigen voornemen gehouden maar het heeft hem lelijk opgebroken. Achteraf bezien is het te geforceerd geweest. Een aantal leden zag het niet in Nederland zitten, verlieten het orkest en keerden op eigen gelegenheid terug naar Curaçao. Het orkest wankelde maar is de klap te boven gekomen. Tico blijkt van het gebeuren veel te hebben geleerd. Als binnen een bedrijf voert hij met de leden van het orkest periodiek overleg. Tijdens dat overleg worden klokken gelijkgesteld, kan ieder ideeën spuien en verder houdt het 't orkest op koers: "stret konstant". Die koers is richting internationale erkenning en het roer bij dit alles blijft stevig in handen van Tico Libiee en Paco Nahr. Met het eigen "ritmo TUNE" heeft het orkest een eigen internationaal geluid. Wat verder nodig is, is een goede song, een single met videoclip en een push van een grote platenmaatschappij. Hij werkt met een manager, in zijn ogen niet echt nodig als je alleen mikt op Curaçao. Maar wil je verder zoals hij, dan is het hebben van een manager een vereiste.De schipbreuk die hij leed tijdens zijn eerste Nederlands avontuur heeft hem er niet van weerhouden terug te komen.
Hij ziet Nederland zelfs als een essentiële schakel voor zijn plannen. Het is groter dan Curaçao, er zijn meer richtingen en faciliteiten en er zijn de contacten die hij voor zijn plannen nodig heeft. Maar het is niet alleen Nederland. Inmiddels heeft hij ook al optredens in Miami en Jamaica achter de rug. Het zijn optredens waarvan je waarvan je naast de kick en goede herinneringen iets oppikt en meeneemt: een nieuw geluid, een act of een contact. Precies zo bekijkt hij zijn optreden tijdens het Polé Polé Festival, de plaats waar wij hem aan de tand voelen. Steeds terugkerend thema in onze conversatie is Tico's streven naar een internationaal geluid en - niveau. Opmerkelijk is het volgende voorval, later die avond, tijdens het optreden van TUNE.
Marlon Suart, de stille kracht achter dansschool Salsipuedes en april dit jaar nog gelauwerd voor zijn werk voor de Brabantse salsascène, stond van hun optreden te genieten. Hoewel hij niets afwist van ons interview en nog minder van wat in dat kader allemaal over tafel is gegaan, vertrouwde hij ons toe aangenaam te zijn verrast door het "internationale geluid" van de groep. Wellicht hadden wij het hele gesprek niet hoeven te houden; eigenlijk hoefden wij alleen maar te luisteren om de boodschap te begrijpen.
|