Iván Villazón werd geboren in Valledupar, het kloppend hart van de Colombiaanse vallenatomuziek. Met familieleden als Ana Maria de Armas Pumarejo en Tobias Henrique Pumarejo, beter bekend als "Don Toba", zal duidelijk zijn dat hij was voorbestemd voor de muziek. Inmiddels heeft hij als zanger respectabel aantal albums uitgebracht, kwam maar liefst tot vier keer toe in de finale van het grote festival en wist tenslotte ook nog eens tot drie keer toe de hoofdprijs in de wacht te slepen. Op zijn beurt heeft hij weer een stekje aan de volgende generatie meegegeven. Al zijn kinderen hebben iets met muziek. De oudste is zojuist zelf een zangcarrière begonnen en de middelste gaat studeren. Enigszins verontschuldigend meldt hij dat deze zoon zich aangetrokken voelt door de Cubaanse muziek. Niettemin is Iván vast besloten ook hem in zijn verdere carrière te steunen. Iváns grote voorbeeld is Alejandro Durán. Deze eerste Rey Vallenato speelde op de traditionele manier accordeon en zong tegelijk. Maar ook deze muziek is in de loop van de tijd veranderd en in de jaren zeventig kwamen er separate accordeonisten en zangers. Iván blijkt zwaar te zijn beïnvloed door de eerste generatie zangers en dan met name door artiesten als Jorge Oñate, Poncho Zuleta en Diomedes Diaz. Zelf rekent Iván zich tot de tweede generatie zangers die inmiddels ook al op artistieke leeftijd is geraakt. Hij voelt de hete adem van de derde en vierde generatie in zijn nek.
Jongere generaties kiezen die voor romantiek (noemt daarbij als voorbeelden Los Inquietos en de latere Binomio de Oro), fusionprojecten (Carlos Vives, Moises Angulo) of variaties daarop. Zelf houdt hij vast aan de traditionele lijn. Maar wat is traditioneel in dit verband? Voor de competitie van het festival speelt hij met een kleine bezetting. De muziek is dan vooral om naar te luisteren. Buiten het festival om, wanneer hij meer eigentijds en populair moet klinken, speelt hij met een grote bezetting. Er sluipen dan vallenato-vreemde instrumenten het orkest binnen zoals een bombardino en Cubaanse congas. Naar zijn zeggen om het geluid wat "body" te geven zodat mensen er lekker op kunnen dansen. In zijn meest oorspronkelijke vorm was de vallenatomuziek de muziek van rondtrekkende troubadours die met een gitaar van dorp tot dorp trokken.
Vlak voor de eeuwwisseling veranderde dit. De accordeon deed zijn intrede en er werden kleine orkestjes gevormd met caja, guacharaca en de flauta de carrizo. De muziek werd lange tijd beschouwd als primitieve plattelandsmuziek van veel te donkere mensen. Dit veranderde in de jaren veertig toen blanke welgestelde klassen in Bogota in deze muziek geïnteresseerd raakten. Geschikt gemaakt voor de big bands die toen in de mode waren, groeide het muziekgenre in de jaren vijftig uit tot de meest populaire dansmuziek van Colombia. De muziek werd ook buiten Colombia populair en in die jaren hadden alle grote dansorkesten in heel Zuid- Amerika deze muziek op het repertoire. Met het veranderen van de mode, krompen de orkesten weer ineen, de internationale smaak veranderde weliswaar maar de populariteit in Colombia is gebleven. In 1968 is in Valledupar het eerste Festival de la Leyenda Vallenata georganiseerd.
Het is uitgegroeid tot een evenement waarbij ruim 200 groepen in competitieverband in verschillende categorieën strijden om de eer van de titel "Rey Vallenato". Er zijn nog andere festivals, maar dit festival te winnen is het meest prestigieuze wat je in dit genre muziek kunt bereiken. Op onze vraag of het er nog allemaal eerlijk toegaat of dat het grote geld een duistere rol is gaan spelen, geeft hij resoluut aan dat dít festival boven elke verdachtmaking is verheven. Het festival is in handen van een onafhankelijke stichting en wordt door de overheid gesteund. Daarmee zijn zij onafhankelijk van platenmaatschappijen. In zijn ogen is het omgekeerde het geval. Het zijn de platenmaatschappijen die het festival nodig hebben om hun "stal" aan het publiek te tonen. Het is daarbij niet allemaal pais en vree want de zakelijke belangen zijn hoog. Deze situatie schijnt tot allerlei aanvaringen te hebben geleid en er is zelfs een festival gehouden waarvan de maatschappijen waren uitgesloten. Wat je van dit alles moge denken, Iván noemt zich een "hijo del festival", een kind van het festival.
Natuurlijk wil hij internationaal beroemd worden, maar niet ten koste van de ziel van de vallenatomuziek. Die ziel is het festival en waar faam en toekomst hem ook moge brengen, het festival zal zijn spiegel zijn en hij moet het publiek daar recht in de ogen kunnen blijven kijken.
Natuurlijk weet hij wat lekker klinkt en als je maar genoeg van dat soort elementen in je muziek verwerkt, zal je een breed publiek kunnen bereiken. Dat vindt hij echter te makkelijk. In dat verband komen wij te spreken over Carlos Vives. Hij blijkt hem van jongs af aan te kennen en hebben samen in Bogota gestudeerd. Het album "Clásicos de la Provincia" wat de internationale doorbraak werd voor Carlos Vives is in Ivans ogen een goed album. Daarna ontwikkelde Carlos evenwel een persoonlijke stijl waarbij hij omwille van het succes de essentie van de muziek heeft losgelaten. Dit is niet wat Iván met zijn muziek voor ogen staat. Wat hem dan wel voor ogen staat, kan hij echter niet duiden.
Hij zegt op zoek te zijn naar een klein deurtje dat hem toegang tot de internationale muziekscène moet geven op een manier dat hij de essentie van zijn muziek niet hoeft los te laten. Dat deurtje heeft hij tot op heden niet gevonden en hij is zich bewust dat het nog een hele zoektocht zal vergen.
|