"To get there "
Tussen het stapeltje boeken dat deze zomer meeging op vakantie lag "A day for the hunter, a day for the prey". Het is een studie van Gage Averill over hoe de populaire muziek de afgelopen decennia in Haïti is gebruikt voor allerlei politieke doeleinden. Machthebbers ter bevestiging van hun macht, oppositie om wantoestanden aan de kaak te stellen. Teksten spreken vaak voor zich, maar ook het gekozen ritme kan een boodschap inhouden. Voor patronage of het evenement waar men speelt, geldt hetzelfde. |
Als een ware detective ontrafelt de schrijver hoe de relaties en boodschappen in elkaar steken. Je komt terecht bij zaken als historie, cultuur, economie en machtsstructuur, maar ook bij een zaak als analfabetisme. Allemaal omstandigheden die in een land als Haïti muziek tot het middel bij uitstek hebben gemaakt om een boodschap aan een groot publiek over te brengen. Wat op het eerste gezicht pretentieloze amusementsmuziek lijkt, kan bij nadere beschouwing een heel andere lading hebben. Op zich niets nieuws onder de zon; over vele Caribische eilanden zou je een gelijksoortig verhaal kunnen afsteken.
De schaal waarop het op Haïti plaatsvindt is echter opvallend. Het verhaal van "A day for the hunter, a day for the prey" eindigt grofweg in 1995 met de terugkeer van de verbannen president Aristide. In de euforie van het moment leek het alsof een lang en naar verhaal toch nog een goed einde zou krijgen. Helaas deed de wet van behoud van ellende zich in alle hevigheid gelden. Ondanks zijn goede intenties viel het land opnieuw ten prooi aan gevolgen van politieke en economische misstanden. Maar wanneer de geschiedenis van de politiek zich herhaalt, waarom zou die van de muziek zich niet herhalen? Een intrigerende vraag.
Het aangekondigde optreden van Carimi tijdens de Antilliaanse Feesten in het Belgische Hoogstraten zou daar wellicht antwoord op kunnen geven. Maar waar Gage Averill zijn verhaal baseert op jarenlang onderzoek, talloze gesprekken en wat niet al noodzakelijk is om zo´n studie te verrichten, was mij slechts een vluchtig gesprek na een enerverend optreden gegund. Niettemin gaf het mij gelegenheid om even te kijken naar wat voor vlees wij in de kuip hebben met een groep die werd aangekondigd als "zonder meer de populairste groep van het moment uit Haïti". Het "uit Haïti" blijkt anders te liggen en meteen de sleutel te zijn voor de wending die zij aan de Haïtiaanse muziek hebben gegeven. Ja, het zijn allen Haïtianen, maar zij wonen allemaal in New York.
Ze zijn daar niet terechtgekomen als politiek vluchteling maar om hun studie af te ronden en carrière te maken. Hun liedjes moeten daarom een zo breed mogelijk publiek aanspreken. Geen politiek activisme dus maar een meer neutrale benadering. Natuurlijk zijn zij niet blind voor bepaalde sociale toestanden en die willen zij ook signaleren maar de hoofdschotel gaat toch vooral over liefde en relaties. Hun roots, Haïti, houden zij in ere. Niet alleen door taal en muziek, maar als het moet ook met liefdadigheidsprojecten. Zo hebben zij zich ingespannen om geld te genereren voor de slachtoffers van de overstromingen eerder dit jaar in het grensgebied met de Dominicaanse Republiek. Maar kinderen van hun tijd en wonend in New York staan zij bloot aan andere muzikale invloeden. Als vanzelf gingen zij de Haïtiaanse compasmuziek kleuren met muzikale elementen uit hun directe omgeving: R&B en Hip Hop. Maar waar zij nog Tabou Combo en Magnum Band kunnen noemen als hun grote voorbeelden voor de compas, zijn die voor de R&B- en Hip Hop-invloeden te veel om op te noemen.
Zowat alle artiesten van het moment hebben hun steentje bijgedragen. Het resultaat is een opvallend eigentijds en internationaal klinkend geluid. Het verhaal van Carimi begint ergens in 2001 toen Carlo Vieux, Richard Cavé en Mickael Guirland besloten samen een band te vormen. De naam van die band, Carimi, is een samentrekking van de eerste twee letters van hun voornamen. Ze waren beslist geen nieuwelingen. Zowel voor, tijdens als na hun studie hadden de meeste van hen al ervaring opgedaan, onder andere bij bands als "K-Dance" en "King Posse". Met financiële steun van Caribbean Air Mail Inc. konden zij zich professioneel ontwikkelen en zijn inmiddels allemaal beroepsmuzikant geworden. In hun teksten bedienen zij zich van het Kreyol, het Frans, het Engels en het Spaans.
Tastbaar resultaat tot nu toe: een tweetal albums met studiomateriaal en één album met een live registratie. Een tweede live-album ligt op stapel. Natuurlijk zijn zij best trots dat zij twee jaar achtereen konden optreden tijdens de Antilliaanse Feesten. Maar zij glunderen nog het meest over hun optreden eerder dit jaar in Parijs in het kader van de viering van het tweehonderd jarig bestaan van Haïti als zelfstandige staat. Pratend met Mickael over hoe hij zijn kansen op een internationale doorbraak inschat, is hij redelijk optimistisch. Die kansen wordt volgens hem niet bepaald door zaken als taal, teksten of muziek. Wat dat betreft zit hij goed. Het is een zaak van geld, mediamagnaten en marketing. Dat heeft hij nog niet in de hand maar wat niet is, kan nog komen. Zij moeten airplay op de grote radio- en televisiestations mogelijk maken en "the whole thing is to get there". Daarmee lijkt het verhaal van Carimi op dat van bands als Aventura, Cubanito 20.02 en Krosfyah. Allen brengen populair vormgegeven en internationaal klinkende muziek. Allen verlangen naar internationale doorbraak. Allen kijken uit naar een machtig platenconcern dat voor hen de deuren naar succes moet openen.
Maar waar brengt dit alles mij? Ben ik eigenlijk iets wijzer geworden over een eventuele dubbele bodem in de muziek van Carimi? In zijn voorwoord stak Gage Averill al een waarschuwende vinger op: het is zijn kijk op de zaak en meet niet alle Haïtiaanse muziek hieraan af. Verderop in zijn boek valt echter te lezen dat ook het neutraal zijn kan worden uitgelegd als een politiek statement.
Daar schiet ik dus niet veel mee op. Is niets werkelijk niets, of is niets toch weer iets? Eigenlijk wil ik niets en mij alleen zonder moeilijke gedachten overgeven aan die heerlijke muziek van Carimi. |