Indestructible
Barretto pakt de draad weer op en maakt drie platen voor Fania Records: het jazz-album The other road (1973), met Billy Cobham op drums, wordt een commerciële flop, maar een wereldwijd succes. In datzelfde jaar neemt hij Indestructible op, een van zijn beste albums. Hiermee slaagt hij erin de nieuwe persoonlijkheid van zijn band te consolideren met de toevoeging van fluitist Art Webb, drie trompettisten en de grote zanger Tito Allen, die met zijn stem een andere kleur geeft aan de muziek van Barretto. Op de platenhoes staat Ray verkleed als Superman. Dit wordt uitgelegd als een boodschap van Barretto aan iedereen die hem heeft verraden. In een interview zegt Barretto: “Fysiek is niets of niemand onverwoestbaar, maar een oprechte, eerlijke geest sterft nooit. Die is wél onverwoestbaar.” In 1975 neemt hij de LP Barretto op, waarop hij staat afgebeeld met vier rode conga's en gebalde vuisten, alsof hij zojuist een bokswedstrijd heeft gewonnen.Het wordt zijn grootste commerciële succes ooit. Het nummer Guararé wordt een wereldhit. De band behoudt het geluid van het album Indestructible, maar met twee nieuwe, veelbelovende jonge zangers: Tito Gómez (inmiddels overleden) en Rubén Blades, de dichter van de salsa. Het is dankzij dit album dat Rubén Blades opklimt uit de anonimiteit en later tot het orkest van Willie Colón zal toetreden.
Tomorrow
Ray Barretto heeft toekomstvisie en weet veel van zijn dromen te verwezenlijken. In 1976 tekent hij een contract met Atlantic Records. Speciaal voor de Amerikaanse markt neemt hij drie albums op met funk, fusion en latin jazz. Dit album, Tomorrow, wordt op 28 mei 1976 live opgenomen tijdens een concert in het Beacon Theatre op Broadway, New York. Die dag brengt hij al zijn zangers bij elkaar en nodigt Tito Puente en Orestes Vilato als gastspelers uit. Dankzij Atlantic Records bereiken zijn albums landen en omgevingen waarin de salsa nog niet was doorgedrongen. Vervolgens neemt hij in 1977 nog Eye of the beholder en Can you feel it? op. Allebei goede albums, maar Barretto slaagt er niet in om het succes dat hij in 1962 met Watussi in de Verenigde Staten scoorde te overtreffen en het salsapubliek vraagt zich af: “Waar is Barretto?” Veel salsaliefhebbers kopen deze albums, maar brengen ze weer terug naar de winkel omdat er geen salsa op staat.
Rican Struction
Barretto maakt zowel een fysieke als een muzikale crisis door. Twee jaar lang moet hij zich terugtrekken. Hij denkt na over de nieuwe weg die hij moet inslaan en probeert ondertussen met een acupunctuurbehandeling zijn hand te redden, die in een ongeluk beschadigd is geraakt. Dat lukt. In 1979 keert hij terug in de salsa en latin jazz met Rican Struction. Dit album geldt als een muzikaal juweeltje. Hierop laat Ray Barretto zien dat hij wijzer en volwassener is geworden. Hij zet Adalberto Santiago in, de zanger die hem in de jaren 70 beroemd heeft gemaakt, en een krachtige band met arrangementen van Oscar Hernández en Eddie Martínez. Barretto herovert zijn plaats als de onbetwiste koning van de conga's in de salsa. “Wat heb je aan een krijger die nooit gewond raakt?”, zegt Ray op de hoes van dit album.
Van salsa naar New World Spirit
In de jaren 80 trekken de merengue en de salsa romántica de hoofdrol naar zich toe in de latin wereld. Toch weet Ray Barretto zich in de voorhoede te handhaven met verschillende salsa dura-producties, zoals Fuerza Gigante, El Ritmo de la Vida, Tremendo Trío, Todo se va a Poder, Aquí se puede, Ritmo en el Corazón, Irresistible en Soy dichoso. Stuk voor stuk fantastische albums, met zangers als Ray de la Paz, Adalberto Santiago, Celia Cruz, el Grande de Panamá, Cali Alemán; en figuren als Jimmy Bosch, Ricky González, Jimmy Delgado, Salvador Cuevas en nog veel meer sterren. In 1988 wint Ray Barretto samen met Celia Cruz een Grammy voor het beste tropische album met Ritmo en el Corazón. Deze onderscheiding was eigenlijk meer een vorm van erkenning voor zijn hele carrière, want als kenner van het werk van Ray Barretto moet ik zeggen dat in mijn ogen eigenlijk het album Rican/Struction uit 1979 een Grammy verdiende. Ray Barretto neemt afscheid van de salsawereld met het album Soy dichoso, met daarop een nummer van eigen hand, getiteld Díganme la hora. Hierin bedankt hij middenin het lied persoonlijk alle muzikanten, producenten en arrangeurs die hem in de loop van zijn carrière hebben geholpen met de woorden: “Allí llegamos con swing. Vámonos con swing” [We zijn met swing gekomen. Laten we ook met swing weer
gaan.]
Ray Barretto wil niet langzaam afglijden. Hij voelt zich door de commercie gedwongen om muziek op te nemen die zal verkopen, met teksten over de liefde en met geautomatiseerde ritmes. De 'sabor' gaat langzaam verloren en daar wil hij geen deel van uitmaken.
In 1991 keert Ray terug naar de jazzwereld. Hij richt New World Spirit op, een latin jazzsextet, waarmee hij op de belangrijkste festivals over de hele wereld zal spelen. Voeling houdend met zijn latin roots zet hij een fris en moedig geluid neer. Zo slaagt hij erin om in dit milieu een eigen geluid te creëren en vecht hij voor erkenning in de jazzwereld. Met deze band neemt hij tien cd's op. In deze laatste fase van zijn leven ontvangt hij vele blijken van erkenning. Hij speelt mee met de Fania All Stars tijdens de laatste tournee van deze band ter gelegenheid van het 30-jarig jubileum.
Intussen wil Ray deze nieuwe fase graag gewaardeerd worden als jazzmuzikant. Maar door zijn reputatie als beroemdste congaspeler van de salsa, wil het merendeel van het publiek dat naar zijn concerten komt, hem salsa horen spelen. Soms roept er iemand uit het publiek "Quítate la máscara, Barreto!". Hij reageert dan geïrriteerd en vraagt zijn publiek om te luisteren naar deze nieuwe fase in zijn spel. Ray gaat door, maar beseft niet dat hij al een legende is, en dat zijn pogingen om zijn nieuwe fase op te leggen niet nodig zijn. Hij geniet al wereldwijd erkenning, vooral onder de latino's en salsaliefhebbers.
|