Vanuit mijn raam op de vijfde verdieping heb ik live optredens gezien van bands als Federico y su Combo, Sexteto Juventud, La Orquesta Mustafa met een uitvoering van Watussi, Los Melódicos, la Billos en vele andere. Mijn oma zei dan altijd dat ik moest gaan slapen, en zo ben ik jarenlang ingedommeld met de klanken van de koebel en de bas in de oren.
Toen ik aan het Liceo Núñez Ponte studeerde, woonden een paar medeleerlingen van mij in de drie wijken van Caracas met de meeste salsa-activiteit: Sarría, Simón Rodríguez en San Agustín. Daar ben ik voor het eerst rechtstreeks in contact gekomen met de rumba. Daar heb ik voor het eerst muziek uit Cuba en Venezuela horen spelen door de oorspronkelijke Grupo Madera. De bandleider Chu Quintero nodigde ons zelfs uit om bij hem in San Agustín in de leer te komen. Helaas is het er nooit van gekomen. Bijna alle bandleden van Grupo Madera zijn omgekomen bij een bootongeval op de Orinico-rivier, in het Amazonegebied. Deze gebeurtenis heeft een grote impact op ons gehad, maar uiteindelijk zijn we ons toch verder in de percussie gaan verdiepen.
Later heb ik mijn leermeester, de grote Orlando Poleo, leren kennen
Orlando woont nu in Parijs en wordt beschouwd als een legendarische congaspeler. We gingen bij hem in de leer, tussen alle feesten en descargas door. Eind jaren 70 begon mijn leven als ‘rumbero’. Ik speelde in alle wijken van Caracas. Zo speelde ik begin jaren 80 in de band Orquesta Café van Joe Ruiz in de wijk ‘23 de enero’. De ervaringen van toen hebben diepe indruk op me gemaakt. De bijna religieuze discipline waarmee er toen gewerkt werd, zie je tegenwoordig niet veel meer. Wij wisselden kennis uit, praatten over muziek, speelden op buurtfeesten en gaven belangeloos les aan wie maar bij ons aanklopte. We hadden maar één doel: het muzikale niveau verbeteren en groeien als beweging. En in de jaren 80 begon de percussionistenbeweging in Venezuela zich uit te breiden. Het was een bewuste evolutie. Vandaag de dag is Venezuela een muzikale mogendheid, van waaruit honderden muzikanten de wereld zijn ingetrokken.
In de jaren 80 heb ik met de bekendste groepen en artiesten van mijn land, Venezuela, mogen spelen. Om er enkele te noemen: Yordano, Ilan Chester, Luz Marina, Daiquiri, Antonieta, Guillermo Dávila, Canelita, Orquesta Café, Trabuco Venezolano, Adrenalina Caribe, Jarana, Alberto Naranjo, Soledad Bravo, Cecilia Todd, María Rivas en vele anderen.
De oversteek naar het oude continent
In de jaren 80 maakte ik kennis met Angelito Pérez, bongospeler en oprichter van Los Dementes. Angelito was in de jaren 70 naar Europa vertrokken en had daar tot het begin van de jaren 80 rondgetrokken. Na dit succesvolle avontuur was hij teruggekeerd naar Venezuela. Angelito zei tegen mij: “Gerardo, ga naar Europa. ‘Sabor’ is niet aan te leren, ‘sabor’ is aangeboren, en in Europa is er behoefte aan…”. Hij heeft me dus de aanzet gegeven.
In 1992 ben ik met Caracas Son 7 naar de Expo in Sevilla gereisd. Wij vertegenwoordigden daar Venezuela en troffen er belangrijke salsabands als El Gran Combo, Oscar D’ León, Los Van Van, Isaac Delgado en vele anderen, die daar ook optraden. Daarna zijn we doorgereisd naar Madrid en zijn we nog een jaar in Spanje gebleven om op te treden.
In 1993 leerde ik in een nachtclub in Madrid een heel mooie vrouw kennen. Ze heette Ernestina. We werden vrienden. Een paar maanden later zei ze tegen me: “Het was leuk om je te leren kennen. Ik moet nu terug naar mijn eigen land, maar je bent welkom in Nederland. Kom daar je geluk eens beproeven.” Een paar maanden later heette Ernestina me welkom in Amsterdam en liet ze me zien wat er te beleven viel. Na 6 dagen in Amsterdam begon ik percussieles te geven. Ik leerde mensen kennen, ging weer spelen, deelde mijn kennis met anderen en leerde van andere culturen. De twee weken die mijn reis zou duren, werden uiteindelijk 21 jaar.
Van mijn 50 levensjaren heb ik er 21, bijna de helft, in Nederland doorgebracht. In Nederland ben ik volwassen geworden en vanuit Nederland draag ik mijn muziek uit naar de rest van de wereld. Ik beschouw het ook als mijn land. Het heeft me een solide basis gegeven voor mijn ontwikkeling. Hier heb ik, dankzij mijn relatie met Astrid, twee kinderen: Ana Belén, die nu 12 jaar is en Manuel Alejandro, van 9 jaar.
Sinds mijn aankomst in dit land heb ik me ingezet om de latin cultuur te verspreiden en allerlei mensen in te wijden in de geheimen van de percussie: kinderen, studenten, huisvrouwen, amateurs, conservatoriumstudenten, iedereen met de wil om te leren. Naast lesgeven, muziek opnemen en optreden, is het mijn doel om iedereen die naar me luistert onder te dompelen in een sfeer van vrolijkheid. Hier in Nederland noemen ze me de Venezolaan, maar in het buitenland hebben ze het altijd over Gerardo, die in Nederland woont. Zij zien me als een Nederlandse artiest. Daardoor voel ik me een universeel mens.
In de afgelopen jaren heb ik in Nederland opgetreden met beroemde internationale artiesten, zoals The Rosenberg Trio, Saskia Laroo, Hans Dulfer, Benjamin Herman, Peter Beets, Alexander Beets, Lucas van Merwijk, Nueva Manteca, New Cool Colective, Fra Fra Sound, Denise Jannah, Laura Fygi, Liesbeth List, Izaline Calister, Randal Corsen, Hans van Oosterhout, Drums United, Eline, Bas van Lier, Samba Salad, Metropole Orchestra, Loet van der Lee, Holland Big Band, Cubop City Big Band, Tineke Postma, Lilian Vieira, Maite Hontelé, Dee Dee Bridgewater, Benny Bailey, Paquito D’Rivera, Bebo Valdés, Leonardo Almuedo, Toots Thielemans, Jimmy Bosch, Herman Olivera, Oscar D'León, en anderen.
Mijn leven is een mix van ‘pannekoek met mango’. Graag nodig ik jullie allemaal uit om mijn 50e verjaardag te vieren op 4 september op het WestergasTerras, WesterUnie en WesterLiefde, Klönneplein 4-6 te Amsterdam.
Dank jullie wel voor jullie steun en enthousiasme.
Gerardo Rosales
|